Tips
HOELANG KAN JOUW PUP ZIJN PLAS OPHOUDEN?
8-16 WEKEN
Tussen de 8 en 16 weken leert een puppy allerlei sociale gedragingen. Op dit moment kan je pup zijn plas slechts 2 uur ophouden.
16 WEKEN
Met 16 weken kan je puppy zijn plas ongeveer 4 uur ophouden.
4-6 MAANDEN
Pups in deze leeftijdsgroep kunnen vaak “half” zindelijk lijken doordat ze snel zijn afgeleid. Hij wil de wereld verkennen, wat betekent dat een vlieg achternazitten ervoor kan zorgen dat hij niet zijn behoefte doet als je hem naar zijn plekje brengt. Een puppy van 4 maanden kan vier tot vijf uur wachten voor hij moet plassen
6-12 MAANDEN
Seksuele volwassenheid kan ervoor zorgen dat mannetjes hun poten optillen en tegen meubels aan plassen, terwijl vrouwtjes loops kunnen worden. De blaas kan het zeven tot acht uur volhouden voor er weer geplast moet worden.
12-24 MAANDEN
Afhankelijk van het ras kan het zijn dat je puppy nog niet volwassen is. Hopelijk heb je een goed zindelijkheidsregime ingesteld, maar zo niet, dan kan het alsnog, zelfs voor volwassen honden. Hoewel het niet onmogelijk is, kost het wel veel meer energie en doorzettingsvermogen van jouw kant om een oudere hond het juiste gedrag aan te leren.
Zindelijkheidstraining
Hoge nood en andere aspecten van de zindelijkheidstraining
Van nature zijn honden zindelijk. Daarmee bedoelen we dat honden hun slaapplaats en de naaste omgeving schoon zullen houden als ze daartoe de kans krijgen. Bij pups van zo’n 3 weken kan je het al zien. Zodra de pups wakker worden proberen ze, wiebelend op hun pootjes, de slaapplek te verlaten om buiten het nest hun behoefte te doen.
Bij een goede fokker krijgen ze daar ook de gelegenheid toe. Die zorgt dat er een comfortabele, warme slaapplaats is waar moeder en kinderen kunnen vertoeven én een ruimte, bedenkt met kranten, die gebruikt kan worden als uitlaatplek. Daar scharrelt zo’n pupje dan naar toe en gehurkt om zijn behoefte te doen. Hoe schoner de fokker is, hoe eerder de pup zindelijk is. Als de kranten vaak worden verschoond, hebben de pups naast de slaapplek ruimte genoeg om te spelen zonder dat ze met hun uitwerpselen geconfronteerd worden. Groeien ze op in een vieze omgeving, op stro of beton, dan loop je de kans dat hun natuurlijke neiging tot zindelijkheid verloren gaat. Ze worden namelijk gedwongen om in hun eigen ontlasting te slapen of te spelen en wennen daar dan aan.
Voor een puppy geldt de algemene regel dat het aantal uren dat hij zijn plas kan ophouden ongeveer overeenkomt met zijn leeftijd in maanden.
Creëer een geschikte omgeving
Puppy’s hebben geen idee van wat mensen goed of fout vinden. Ze kunnen echter wel allerlei gedrag aanleren. Een puppy weet niet dat het “slecht” is om op jouw kleed te plassen. Voor je pup is het kleed een prima plek, net als het gras buiten. Aan jou de taak om jouw puppy te leren dat er betere plekken zijn om een plasje te doen.
Kies een toegewezen gebied voor je puppy om te “gaan” voordat je hem mee naar huis neemt. Deze plek kan ergens achterin de tuin zijn, zoals naast een tank die als schuilplaats tegen de wind kan dienen, of een andere geschikte plek in de tuin. Waar het ook is, wijs één specifieke plek aan voordat je de puppy krijgt, zodat je geen inconsequente signalen stuurt door zijn toilet door de hele tuin heen te verplaatsen omdat je het nog niet weet.
Ontwikkel een routine
Om je zindelijkheidstraining succesvoller te maken is het zinvol om je puppy de eerste weken/maanden op een voedingsschema te zetten terwijl je hem zindelijk maakt. Een puppy die mag eten wanneer hij wil zal veel moeilijker zindelijk te maken zijn. Let wel op dat je de pup ongeveer 15 tot 20 minuten laat rusten na de maaltijd.
Ontwikkel een plasschema.
Het allerbelangrijkste bij het zindelijk maken van een puppy is consequentie. Als je consequent bent en iedere keer hetzelfde doet en dezelfde handeling verwacht, zal je puppy het snel gaan begrijpen. Aan de andere kant, als je iedere keer je handelingen en verwachtingen verandert, zal je puppy in de war raken en doen wat op het moment goed lijkt, los van wat jij “wil”. Creëer een goede routine en zorg voor voorspelbaarheid. Een puppy moet naar buiten:
- Als hij ’s ochtends vroeg wakker wordt (of ervoor, als jij eerder wakker bent dan de puppy)
- Kort na elke maaltijd
- Na ieder dutje
- Voor en na het spelen
- Na opwinding (bijv. na de komst van bezoek)
- Voordat hij ’s avonds naar bed gaat. Puppy’s tussen de 8 en 14 weken moeten vaak ’s nachts ook nog plassen. Zet het hok in je slaapkamer, zodat je hem kunt horen piepen als hij eruit wil. Hou de riem, je slippers en je badjas bij de hand.
Straf je hond niet voor ongelukjes!
Ongelukjes kunnen gebeuren. Straf je pup nooit als je hem zijn behoefte in huis ziet doen, want de paniek die dat veroorzaakt maakt het voor hem moeilijk te begrijpen wat hij dan wel moet doen. Schelden of slaan maakt je hond alleen maar bang voor je. Daardoor gaat hij misschien stiekem in verborgen hoekjes zijn behoefte doen waar je hem niet kunt zien. Als je geen positieve methode hanteert kun je ernstige zindelijkheidsproblemen krijgen.
Let op tekenen
Je puppy gaat waarschijnlijk al eerder begrijpen waar hij zijn behoefte moet doen voordat hij weet hoe hij je moet duidelijk maken dat het zo ver is. Let op tekens dat je puppy een volle blaas heeft. Let op of hij blaft of aan de deur krabt, gaat hurken, rusteloos is en in cirkels rondloopt en snuffelt aan de grond. Als je dit soort gedrag ziet, vooral als hij al een tijdje niet buiten is geweest, betekent dat waarschijnlijk dat hij moet plassen of poepen.
Koppel een verbaal signaal (commando) aan het plassen of poepen.
Naast het aanwijzen van een vaste plek, kun je ook een verbaal signaal bedenken dat je pup kan associëren met zijn behoefte doen, zoals “Ga plassen”, of “plasje doen?”, of wat je ook kiest. Geef het signaal de eerste 10 keren op het moment dat je puppy gaat plassen. Op deze manier koppelt jouw pup het woordje aan het gedrag (plassen).
Beloon je puppy als hij klaar is.
Geef je puppy na ieder plasje een beloning. Dit kun je doen door hem de hemel in te prijzen en vervolgens iets lekkers te geven voordat je naar binnen gaat. Let op: beloon je puppy als hij klaar is, maar onderbreek de “stroom” niet. Sommige puppy’s zijn zo gevoelig dat ze de plas onderbreken als je ze te vlug beloont. Ze denken dan misschien zelfs dat ze al beloond worden voor het hurken. Het moment dat je een beloning geeft is dus heel belangrijk.
Onthoud dat vrijheid ook een beloning kan zijn. Ga lekker spelen als de puppy zijn behoefte heeft gedaan. Hij moet namelijk niet denken dat hij niets leuks meer mag doen zodra hij heeft geplast. Hij moet verder kunnen gaan met plezier maken, want dan weet hij dat hij gauw moet plassen om daarna weer lekker te kunnen spelen.
Laat iedereen meedoen.
Als je alleen woont met je puppy zal deze stap makkelijk zijn. Als je puppy in een huis woont met meer dan één persoon, zorg dan dat iedereen de stappen neemt om het proces van zindelijk maken snel en gemakkelijk te maken. Hoe beter iedereen meedoet, hoe sneller het zindelijk maken zal verlopen.
Haal vroeg in de avond het water weg bij je puppy.
Pak ongeveer 2,5 uur voordat hij moet gaan slapen zijn bakje water weg. Dan weet je zeker dat de avondwandeling voor zijn bedtijd de laatste is. De meeste puppy’s kunnen ongeveer zeven uur lang slapen zonder te hoeven plassen, dus haal zijn waterbakje weg om ongelukjes te voorkomen.
Als je puppy je ’s nachts wakker maakt omdat hij moet plassen, houd de wandeling dan heel kort. Als je te veel lichten aan doet of gaat spelen, denkt je pup dat het tijd is om op te staan, of dat jij het gezellig vindt om ’s nachts wakker gemaakt te worden. Neem hem even kort mee naar buiten en stop hem dan weer in bed.
Hoe lang duurt het?
Elke pup heeft zijn eigen leertempo. Sommige snappen vrijwel direct wat er van hen gevraagd wordt, terwijl andere daar veel meer tijd voor nodig hebben. Een pup uit een smerige of te krappe kennel heeft waarschijnlijk meer tijd nodig dan een hond met een betere start. Hoe snel een pup zindelijk wordt, is vooral afhankelijk van jou: hoe meer tijd en energie je erin steekt, hoe minder het de pup kost om zindelijk te worden.
Mijn hond plast wanneer er bezoek binnenkomt of wanneer ik binnenkom
Dit soort plasjes worden deemoedsplasjes of ook wel onderdanigheidsplasjes genoemd. Jonge honden hebben vaak nog onvoldoende controle over de sluitspieren van hun blaas.
Sommige pups, vooral teefjes, laten makkelijk wat urine lopen als ze opgewonden of zenuwachtig zijn, of bij confrontaties met sommige mensen of honden. Soms doen ze een plasje als ze worden begroet. Daarmee geven ze eigenlijk aan: ‘Kijk, (ruik), ik ben nog maar klein, doe mij geen pijn!’. Deemoedsplassen is het nederigste gebaar dat een hond kan maken. Als je hem straft, begrijpt hij daar niets van. Het helpt in dit soort gevallen de pup te negeren bij thuiskomst. Dit geldt ook voor bezoek dat binnenkomt. Je kunt ook een balletje of iets lekkers weggooien zodat hij zijn aandacht even op iets anders richt. Wanneer de ergste blijdschap voorbij is, aai je hem even heel terloops over de borst.
Als jouw pup er een gewoonte van maakt bezoekers op deze manier bij de deur te begroeten, kun je daar alvast een stuk plastic en een oude handdoek neerleggen voordat je met de ‘begroetingsceremonie’ begint. Bij pups die dit gedrag vertonen is het wel belangrijk om het zelfvertrouwen te versterken.