Thema Beweging

Een pup heeft beweging nodig om zijn spieren te oefenen in balans, coördinatie, kracht, lenigheid en conditie. Teveel beweging is nog niet goed voor een pup maar te weinig beweging ook. Ontwikkelde spieren steunen en beschermen namelijk het kwetsbare skelet van je pup. Hoe beter de spieren zijn ontwikkeld, hoe beter belasting kan worden opgevangen. Wel is het belangrijk om te weten in welke mate je je pup mag belasten zonder dat de botstructuren overmatig worden belast.



Richtlijnen beweging pups
 

De richtlijnen die je kunt hanteren is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Een gelijkmatige en goed gedoseerde lichaamsbeweging kan bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van de pup. Voor pups geldt dat beweging in dienst staat van de spierontwikkeling, coördinatieontwikkeling en de ontwikkeling van sociaal gedrag.
  • Beweging en training hebben als doel het optimaal ontwikkelen van het lichaam en de bewegingscoördinatie van de jonge hond, niet het vroegtijdig verhogen van sportprestaties.
  • Bij deze beweging moet rekening worden gehouden met de sterke en de zwakke punten van de individuele hond en het ras.
  • Lichaamsbeweging met een hoge intensiteit en piekbelasting of te langdurige beweging moet bij jonge honden worden vermeden.

De veelgehoorde regel ‘vijf minuten beweging per levensmaand’ is in de literatuur niet te achterhalen. De waarde van deze regel is onduidelijk en niet wetenschappelijk onderbouwd (Nijland, 2003). Veel jonge honden hebben behoefte aan meer beweging. In de praktijk blijkt een groot aantal pups meer te lopen (en aan te kunnen) dan deze regel voorschrijft.

Een jonge pup mag 4 á 5 maal daags wandelen. De duur van de wandeling mag 5 tot 10 minuten per wandeling per maand leeftijd zijn. Dat betekent dat een pup van 3 maanden leeftijd tot 30 minuten per wandeling mag lopen. Indien de pup eerder uitingen geeft van vermoeidheid (verminderde alertheid, gaan zitten of liggen, stress-signalen, aangeven van pijn of mankheid, verlies van coördinatie) moet er eerder worden gestopt.

Spelen met andere honden 
Als pups met elkaar stoeien is het heel belangrijk dat ze van ongeveer gelijke grootte en gewicht zijn.  Het combineren van een erg grote pup met een erg kleine geeft soms aanleiding tot onhandigheids ongevallen waarbij kleine pups zelfs fracturen kunnen oplopen. Spelen en stoeien met andere pups gaat vaak erg wild. Dit overschrijdt de grenzen van de fysiologische belastbaarheid van veel pups. Stoeipartijen leiden soms ook tot kreupelheid. Het heeft onze voorkeur om pups met sociale, niet te drukke, volwassen honden te laten spelen. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van normaal sociaal gedrag en vermindert de kans op blessures. Ook is het belangrijk om te letten op de ondergrond waarop pups stoeien. Hiervoor is een zachte gras- of bosbodem zonder kuilen en obstakels de beste optie.


 

Warming-up 

Een goede warming-up is belangrijk want hiermee worden spieren en gewrichten opgewarmd en daarmee klein je de kans op blessures. Bij een warming up neemt de hartfrequentie toe waardoor het hart meer bloed per minuut kan rondpompen. Dit is van belang omdat de spieren en de longen meer zuurstof nodig hebben. Er gaan meer longblaasjes open waardoor de luchtwegen wijder worden. Samen met de toegenomen doorbloeding van de longen kan er meer zuurstof worden opgenomen. De temperatuur in de spieren wordt hoger en de hersenfuncties passen zich aan van rust naar inspanning.

Welke oefeningen kun je doen en hoe lang?
Een warming-up duurt zo’n 5 tot 10 minuten.

Rekken en strekken
Stretchen is een belangrijke oefening omdat dit zorgt voor een grotere ‘bewegingsuitslag’ en  de spieren worden voorbereid op inspanning. Je hond wordt leniger en is makkelijker in staat om bewegingscorrecties juist op te vangen bijvoorbeeld als je hond zijn evenwicht verliest.

Een aantal voorbeeldoefeningen

Buigen
Bij buigen steekt de kont van de hond in de lucht en raken de ellebogen de grond.

 

 

 

 

 

 

1. Houd een aantal voerbeloningen in je hand.
2. Ga voor je hond staan. Zorg ervoor dat je hond ook voor je staat (niet zitten).
3. Houd je hand met voer voor de neus van je hond. Beweeg deze nu richting de borst en eventueel een beetje naar beneden.
4. Zodra je hond zijn voorpoten een beetje strekt zeg je GOEDZO en geef je het lekkers. Dit mag weer in de neutrale positie (staande positie)
5. Herhaal dit een aantal keren.

 

Nek

1. Houd een aantal voerbeloningen in je hand.
2. Laat je hond voor je staan.
3. Houd je hand met voer voor de neus van je hond en breng deze naar beneden en tussen de voorpoten van je hond. Beloon hiervoor
4. Herhaal dit enkele keren
 

 

 

 

 


 

Opzitten

1. Ga op je knieën zitten en laat je hond voor je zitten.
2. Houd een voertje in je linker- of rechterhand en tussen je duim en wijsvinger.
3. Zorg ervoor dat je onderarm verticaal is ten opzichte van je hond. Op deze manier heeft je hond de mogelijkheid om zit ‘vast te klampen’ aan je onderarm.
4. Houd het voertjes voor de neus van je hond en beweeg deze langzaam iets naar achteren en naar boven.
5. Zodra je hond een of 2 voorpoten omhoog lift geef je het voertje
6. Herhaal dit maximaal 3 keer.

Aandachtspunten
– Het is niet de bedoeling dat de hond met zijn kont van de grond komt. In dat geval ben je het effect van de oefening kwijt.
– Zorg voor een wat groter en zacht voertje waar je hond rustig aan kan knagen terwijl je rustig met je voertje naar boven beweegt.

 

 

 


 

Met neus naar de kont/heup

Deze oefening is een belangrijke warming-up oefening voor je hond. Met deze oefening maak je als het ware het lijf wat meer los. Het doel is om de rug los te maken en de lenigheid en coördinatie aan te spreken.

Rechtsom

1. Houd een aantal voerbeloningen in je linkerhand. Plaats je hond haaks voor je neer met zijn kop naar links
2. Houd je hond aan het voer met je linkerhand.
3. Beweeg je linkerhand nu richting de achterhand/kont van de hond.
4. Beloon weer in de neutrale positie.
5. Herhaal deze oefeningen enkele keren

Linksom

1. Houd een aantal voerbeloningen in je rechterhand. Plaats je hond haaks voor je neer met zijn kop naar rechts.
2. Houd je hond aan het voer met je rechterhand.
3. Beweeg je rechterhand nu richting de achterhand/kont van de hond.
4. Beloon weer in de neutrale positie.
5. Herhaal deze oefeningen enkele keren

Aandachtspunten

  • Dit betreft is een asymmetrische oefening. Om te voorkomen dat je je pup asymmetrisch gaat trainen, is het van belang om niet eerst de ene draai volledig in te trainen en dan pas te beginnen aan de draai de andere kant op, maar om beide kanten op in dezelfde trainingssessie mee te pakken.- Als je pup weg stapt, dan is dat omdat hij het lastig vindt dat je iets over hem heen hangt. Je kunt dan beter rustig op je knieën gaan zitten en hetzelfde vragen. Door snel te voeren voor maar een kleine beweging, kun je je pup leren dat het niet eng is en dat het voertjes oplevert.
  • Blijf langzaam bewegen! Door te snel te willen, kan je pup het voertje niet meer volgen en zal hij je weer aankijken of wat voor zichzelf gaan doen.
  • Langzaam bewegen is voor heel veel pupjes niet zo makkelijk. Veel liever doen zij dingen in een veel hoger tempo. Laat je niet verleiden tot het meegaan in het tempo van je pup in deze oefening!
  • Doe deze oefening maximaal 5x linksom en 5x rechtsom.

 

 

 

 

 


 

Zitten

Opgroeiende puppy’s zijn erg flexibel omdat hun gewrichten los zijn, hun botten buigzaam en hun ligamenten zijn als elastiekjes. Daarom kunnen puppy’s er een beetje ongecoördineerd en gek uitzien als ze rondrennen maar ook Zitten.

Waarom geven straathonden de voorkeur voor staan of liggen? Zitten blijkt een belastende beweging en positie te zijn voor honden, zeker als het 40 tot 60 keer per dag wordt gevraagd.
Vergelijk het met knielen of hurken. Als wij vanuit een staande positie moeten knielen of hurken, dan is dat voor de meeste mensen geen makkelijke handeling. Vaak of langere tijd knielen en hurken kan volgens wetenschappelijk onderzoek ook nog eens tot gezondheidsklachten zoals artrose leiden. Gewrichten worden extra belast en zelfs bij minimale houdingsverandering valt het zwaartepunt van het lichaam buiten het steunvlak, er is dan veel extra spierkracht nodig om in de juiste positie te blijven. Overmatig veel zitten is bij honden net zo belastend, want er komt veel druk te staan op knieën, heupen en ellebogen. Wees je daarom is bewust hoevaak jij je hond laat zitten op een dag.

Observeer je hond regelmatig als je hem/haar een ‘zit’ vraagt. 
• Gaat hij gemakkelijk zitten, of ziet het er wat moeilijk uit, traag, niet gewillig? Dan zou je dat niet moeten doen.
• Weet je dat je hond een lichamelijk probleem heeft, oud of heel jong is en daarom nog geen spieren heeft ontwikkeld? Dan zou je dat niet moeten doen.
• Heb je een (pup) heel zwaar ras dan heeft hij zoveel meer kracht nodig om te zitten en op te staan ​​dat je hem ook niet te vaak moet vragen.
•  Zit je pup rechtop als hij alleen zit of zit hij met een of twee achterpoten naar voren gestrekt, zit hij op één bil of op een andere onhandige manier?
 
Bij pups en jonge honden zijn de botten nog in de groei en erg kwetsbaar. Ook voor oudere honden kan zitten een belastende beweging en houding zijn, zij hebben vaak de kracht niet meer om goed recht te gaan zitten. Bedenk ook dat wij in onze huizen vaak gladde vloeren hebben. Het kost behoorlijk wat inspanning om dan niet weg te glijden en de kans dat gewrichten niet goed uitgelijnd zijn is dan zeker aanwezig.

Hieronder een aantal mogelijkheden die we regelmatig voorbij zien komen

Zitten op één bil 

De bekende puppy zit is scheef op één bil zitten. Je pup zakt op één heup en zijn andere been wordt opzij geschopt terwijl hij zit.

 

Zitten in kikkerhouding

Dit is iets dat veel hondenbezitters zorgen baart wanneer ze hun pup voor het eerst met gespreide heupen zien zitten, vooral bij grotere rassen. Lui zitten/de kikkerzit bij puppy’s is volkomen normaal. Het is op zichzelf geen teken van slechte heupen of andere gewrichtsproblemen. Een hond die volwassen is (afhankelijk van het ras tussen de 1 en 2 jaar) en toch een pup adopteert, is iets om je zorgen over te maken. Dan heb je misschien een heupprobleem. Maar als je 16 weken oude puppy in een luie kikkerzit flopt, is dat niet ongewoon.

Je hond trainen in een actieve zit

Het is zeker geen slecht idee om een ​​hond die de neiging heeft om slordig te zitten, aan te moedigen om een ​​betere houding te hebben, maar het constant corrigeren van zijn zitpositie zal het onderliggende probleem niet uit de wereld helpen. Zelfs met regelmatige zit-training, zal een hond die een luie zit aanneemt na verloop van tijd waarschijnlijk erger worden als de aandoening die hem ongemak veroorzaakt, niet wordt opgelost. Blijf daarom ALTIJD goed naar je hond kijken.

 


 

Gangwerk van een hond

De stap
Dit is de looppas/gang dat je kunt vergelijken met een hele drukke winkelstraat waar je, je stap voor stap langzaam voortbeweegt. Voor de hond is dit de stapgang. In de stap heeft de hond afwisselend één of twee poten in zweeffase: er is met deze poot geen bodemcontact. Een hond kan in stap telgangen of kruisgangen. In telgang plaatst de hond eerst de poten aan één zijde naar voren en vervolgens de poten aan de andere zijde. Elke hond loopt bij langzaam stappen in telgang. Bij sneller stappen hoort een hond over te gaan in kruisgang. In kruisgang zijn een achterpoot en een tegenovergestelde voorpoot na elkaar in zweeffase.

 

1 & 2 = stapgang
Het lichaam wordt door twee of drie poten ondersteund

De draf
Dit is de looppas dat je kunt vergelijken met ‘joggen’. Let op: joggen is iets anders dan hardlopen! Wij spreken pas van hardlopen als je sneller loopt dan 8 km per uur.
Voor de hond is dit ook een drafgang net als bij de normale looppas. Voorkom dat je hond gaat galopperen. Als dit het geval is dan ligt jouw looptempo te hoog.
n.b. het gangwerk van een hond is ras-specifiek. Het gangwerk is namelijk afhankelijk van bouw, hoekingen en lengte van poten. Elke hond moet echter kunnen stappen, draven en galopperen en daarbij moeiteloos over kunnen gaan van de ene gang in de andere gang.

Draf
Het lichaam wordt afwisselend ondersteund door de rechter en linkerdiagonaal; alleen bij de zwevende draf (midden in de bovenste rij ontstaat een kort zweefmoment.


Telgang of kruisgang?

Telgang
De telgang is een gang waarbij de hond gelijktijdig beide poten aan een zijde tegelijk naar voren zet. Linker voorpoot samen met linker achterpoot en rechter voorpoot samen met rechter achterpoot. Honden met een korte rug (vierkante bouw) en/of lange poten hebben meer de neiging om vin telgang te lopen.

De reden waarom een hond kiest voor het lopen in telgang kan verschillende redenen hebben:

De lengte van de rug en poten
Honden met een korte rug ( vierkante bouw) en /of lange benen hebben meer de neiging om in telgang te lopen. Als een hond geleidelijk sneller gaat lopen wordt zijn paslengte in eerste instantie langer. Hierdoor naderen het achterbeen en het voorbeen aan één zijde elkaar. Om nu te voorkomen dat ze elkaar raken wordt het voorbeen iets eerder naar voren geplaatst. Hierdoor ontstaat de telgangachtige stap. Bij het toenemen van de snelheid zal het voorbeen geleidelijk eerder naar voren gebracht worden en onstaat een zuivere telgang waarbij  de beide linker benen tegelijkertijd naar voren gebracht worden waarna het rechter been paar volgt. Een hond met een korte rug  zal ook bij een hogere snelheid langer in telgang blijven gaan.

Het gewicht
Honden die erg zwaar zijn hebben een voorkeur voor de telgang, omdat een zwaardere hond meer energie verbruikt om los van de grond te komen bij een zweeffase dan een kleinere of lichtere hond. De zweeffase heeft voordelen in het energie verbruik bij hogere snelheden. Zwaardere honden profiteren pas bij een hogere snelheid van dit voordeel dan een lichter gebouwde hond. De telgang blijft dus iets langer rendabel voor een zware hond.

 De snelheid waarin de hond loopt

Kruisgang
De kruisgang is voor de hond het meest gangbare.  Bij de kruisgang worden de diagonale poten tegelijk naar voren gezet. Link voorpoot samen met rechter achterpoot en rechter voorpoot met linker achterpoot.

 

 

 

Impressievideo´s