Thema Wandelen

Hoe leer je je pup aan een slap lijntje mee wandelenAls je gaat wandelen met je hond dan kun je je richten op:

1. wandelen aan een slappe lijn
2. wandelen zonder trekken

Je zou denken dat dit dezelfde oefeningen zijn en toch is er een groot verschil in toepassing en dat wat je hond daadwerkelijk leert.

Focus je op gedrag dat je wél wilt zien
Bij de eerste oefening focus je je op gedrag dat je wilt zien en dat levert je pup iets aangenaams op (voer, spel, aandacht of een omgevingsbeloning). Stuur als opvoeder vooral op gedrag dat je wel wilt. Vraag je steeds af: wat wil ik mijn hond leren en ben ik dat op deze manier aan het doen? Tijdens de les ga je aan de slag met de zogenaamde ‘wandeltest’. Je ontdekt wat je kunt inzetten om de aandacht van je hond te krijgen én vast te houden. Denk hierbij aan: babbelen tegen je hond, looptempo en andere beloningen inzetten zoals spel!

Het gaat hand in hand
Met wandelen aan een slappe lijn ga je in kleine stapjes werken naar het einddoel.  De oefening: wandelen zonder trekken is niet de snelste methode en heeft vaak alleen een kans van slagen als je deze combineert met de oefening: wandelen aan een slappe lijn.

 


 

Materiaal 

Veel mensen vragen zich af of een halsband of tuigje een betere keuze is voor de hond.

Hondenhalsband
Het grote voordeel van een hondenhalsband is dat de band alleen om de nek van je hond zit. Hierdoor wordt de hond niet belemmerd in z’n lichaamsgebruik tijdens de wandeling. Wanneer de hond los mag rennen is er minder gevaar dat de hond ergens achter blijft hangen. Toch zitten er ook een aantal nadelen aan een hondenhalsband. In de nek van de hond zitten zenuwen, nekwervels, lymfeklieren, (slag)aders, de luchtpijp en schildklier. Als de hond aan de lijn trekt of jij je hond onverwachts moet terugtrekken krijgt de nek een klap. Dit kan in ernstige gevallen leiden tot letsel, zoals hoofdpijn, blauwe plekken, beschadiging van het strottenhoofd en de luchtpijp, verschoven nekwervels en gezwollen klieren. Uiteraard hoort een hond niet te trekken aan de lijn en is het belangrijk hem/haar leren netjes mee te lopen. Maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Je hond kan een ander dier zien buiten, een bekende waar hij graag naartoe wilt of de weg op schieten. Wanneer je hem dan corrigeert kan de nek het onbedoeld flink te verduren krijgen.

Hondenhalsband opmeten
Om een hondenhalsband op te meten, meet je het breedste deel van zijn nek. Plaats twee vingers tussen de nek van je hond en het meetlint en lees het aantal centimeters af. Meestal staat bij een product aangegeven waar de maat tussen moet vallen. Als dit niet staat beschreven kun je tien centimeter bij de gemeten maat optellen en de maat kiezen die daar het dichtst bij in de buurt zit. De tien centimeter staat voor het verstelbare gedeelte van de halsband ofwel het uiteinde met de gaatjes.

Hondentuig
Het is een fabel dat je hond ineens niet meer gaat trekken van een normaal hondentuigje. Trekken heeft te maken met gedrag en daarvoor moet gewenst gedrag goed worden aangeleerd en geoefend.. Daarentegen is het wel zo dat een tuigje beter is wanneer je hond een keer trekt. Met een hondentuig wordt de druk niet uitgeoefend op de nek, maar verdeeld over de borstkas van de hond en dat is een stuk minder schadelijk. Door het ruime aanbod kan het lastig zijn om een geschikt hondentuig uit te zoeken. De meeste hondentuigen zijn makkelijk te verstellen. Als je hond nog pup is zal je waarschijnlijk wel een nieuw tuig moeten aanschaffen als hij volgroeid is. Er zijn verschillende soorten hondentuigen verkrijgbaar waaronder borsttuigen, Y-tuigen, H-tuigen en instaptuigen. Ook deze kennen voor- en nadelen en zijn hieronder kort beschreven.

Borsttuig
Zoals de naam al doet vermoeden heeft een borsttuig een horizontale band over de borst. Het voordeel van een borsttuig is dat je het makkelijk om kan doen bij je hond. Vooral handig bij honden die niet lang stil kunnen zitten. Je plaatst het tuig over de kop van je hond heen en klikt de band vast achter de voorpoten. Deze band is verstelbaar, maar de band om de borst vaak niet. Een hond heeft tevens de mogelijkheid om te ontsnappen uit het tuig door naar achteren te lopen. Ondanks dat het tuig gemakkelijk over het hoofd gaat, zit het de band om de schouders heen en belemmert hiermee het lopen omdat de hond niet vrij kan bewegen.

 

 

 

 


 


Y-tuig
Als je naar een hond kijkt vanaf de voorkant dan heeft een hond met een Y-tuig de vorm van de letter Y op de borstkas. Aan de voorkant van de borstkas zit een botje die een beetje uitsteekt, dit botje wordt het borstbeen genoemd. Bij een goed Y-tuig zit het ringetje, die de banden met elkaar verbind, onder of op het borstbeen. Dit ringetje mag niet boven het borstbeen uitkomen omdat op die manier de druk op de luchtpijn komt. Een goed Y-tuig is aan de voorkant te verstellen. Bij een Y-tuig zijn de voorpoten en schouders helemaal vrij en wordt de druk goed verdeeld. Je plaatst het tuig over de kop van je hond en tilt daarna één voorpoot van je hond op om het tuig helemaal om te doen en vast te maken.

 

 

 

 

 


 

 

H-tuig
Het voordeel van een H-tuig is dat dit tuigje goed verstelbaar is en relatief goedkoop. Echter kan er bij een H-tuig nog steeds druk op de nek ontstaan. Daarbij hebben de meeste H-tuigen smalle bandjes die vaak niet gevoerd zijn. Hierdoor kan het tuig onaangenaam aanvoelen bij je hond. Net als bij de andere tuigen gaat het H-tuig over de kop heen en bij sommige modellen moet één voorpoot opgetild worden.

 

 

 

 

 

 

 


 

Instaptuig
Bij het instaptuig moet je hond met beide voorpoten in het hondentuig stappen. Bij drukke honden en bewegelijke pups kan dit lastig zijn met aandoen, maar alles is te leren.

 

 

 

 


Riem/hondenlijn

Als we kijken naar de lijn/riem dan adviseren wij een lijn van 1.80 tot 2 meter. Deze kan je goed met twee handen vasthouden zonder dat er direct spanning op de lijn komt en je hond leert om standaard aan een strakke/gespannen lijn te wandelen. Bij een lijn kan je kiezen voor één lijn of voor een verstelbare lijn die je ook nog korter kunt zetten.

 

 

 

 

 

 

 

Bij sterke honden adviseren we tevens een griplijn. Dit is ook wel een anti-slip lijn en snijdt niet in je je handen.


 

Voorbereidende oefening wandelen aan een slappe lijn

Voordat je ‘kilometers’ kunt gaan maken (voorwaarts) waarbij je je hond leert om langere stukken aan een slappe lijn te lopen, is het belangrijk om te starten met een aantal voorbereidende oefeningen. Deze oefeningen zorgen ervoor dat:

  • Je hond niet naar je opspringt
  • Je hond leert in welke positie hij wordt beloont

Bij de volgende oefening gaan we een voorbereidende oefening doen ter voorbereiding op het wandelen aan een slappe lijn. Hiervoor is allereerst aandacht en motivatie nodig van je hond. Daar ga we aan werken.

Stap 1 – positie aanleren

1.Doe je lijn in je rechterhand en houd een aantal voerbeloningen in je linkerhand.
2. Ga voor je hond staan.
3.Houd je linkerhand met de beloningen even voor de neus van je hond. Start met achteruit lopen. Ga direct je rug rechten. Je hand met voer heb je nu bij je buik, borst of in je zij.
4.Doe enkele stappen achteruit en als je hond meeloopt dan zeg je ‘GOEDZO’ en beloon je je hond.
5.Herhaal deze stap een aantal keren.
  • Springt je hond op tijdens het wandelen? Loop gewoon door en zeg niks. Is je hond weer laag en loopt hij een enkel stapje mee? Zeg dan ‘Goedzo’ en beloon. 

Stap 2 – sociale ondersteuning inzetten 

Bij deze stap ga je sociale ondersteuning inzetten. Hierdoor kun je je beloning uitstellen en moet je hond dus iets meer doen voordat hij de beloning ontvangt.

1. Doe je lijn in je rechterhand en houd een aantal voerbeloningen in je linkerhand.
2. Ga voor je hond staan.
3. Houd je linkerhand met de beloningen even voor de neus van je hond. Start met achteruit lopen. Ga direct je rug rechten. Je hand met voer heb je nu bij je buik, borst of in je zij.
4. Doe wat stappen achteruit. Als je hond mee wandelt dan ga je tegen je hond babbelen. Dit noemen we ook wel ‘sociale ondersteuning’. Het maakt niet uit wat je zegt als je maar aandacht schenkt aan gedrag dat je wilt zien (mee wandelen).
5. Zeg op tijd ‘GOEDZO’ en beloon je hond.
6. Herhaal deze stap een aantal keren.


Stap 3 – variëren met beloningen  

Bij deze stap ga je niet alleen voerbeloningen inzetten als beloning maar ga je variëren met spel zoals renspelletjes, zoekspelletje of trekspelletje.  Na je goedzo doe je samen en renspelletje of tover je je speeltje tevoorschijn en krijgt je hond een trekspelletje als cadeau. Op deze manier houd je je hond gemotiveerd om met jou bezig te zijn!

 

 


 

Naast

Deze oefening is heel handig wanneer je hond voor je zit of voor je staat en je wilt de hond links naast je hebben. Bij deze oefening maken we wel eventjes gebruik van een lokmiddel namelijk een beloning in je linkerhand.

Voorbereiding
Bepaal allereerst of je je hond links of rechts van je wilt laten wandelen. Dit is bepalend voor je lijnvoering en voerbeloningen.

Hieronder is de naast uitgelegd waarbij je je hond links van je positioneert. Wil je je hond rechts van je positioneren? Dan moet je even spiegelen.

Stap 1 – De hond ‘in positie’ brengen

1. Houd een voertje in je linkerhand.
2. Laat je hond voor je zitten of voor je staan.
3. Zet je rechterbeen een stap achteruit en zak een beetje door je knieën.
4. Houd je linkerhand voor de neus van de hond en maak de bocht van buiten naar binnen en reik zover mogelijk naar achteren. Zeg: “GOEDZO” wanneer je hond het bochtje maakt en beloon ter hoogte van je linkerbeen.


Stap 2 – Invoegen commando ‘Naast’

1. Houd een voertje in je linkerhand.
2. Laat je hond voor je zitten of voor je staan.
3. Zet je rechterbeen een stap achteruit en zak een beetje door je knieën.
4. Houd je linkerhand voor de neus van de hond en maak de bocht van buiten naar binnen en reik zover mogelijk naar achteren. Zeg: ‘Naast’ wanneer je hond het bochtje maakt en beloon ter hoogte van je linkerbeen.
5. Herhaal dit een aantal keren. Na voldoende herhalingen ga je in een volgende sessie het commando steeds iets eerder geven.

 


 

De eerste stapjes van het wandelen

Voorbereiding
Bepaal allereerst of je je hond links of rechts van je wilt laten wandelen. Dit is bepalend voor je lijnvoering en voerbeloningen.

Stap 1 – wandelen m.b.v. lokvoertje / positie aanleren
Bij de eerste stap leren we de pup als het ware de positie aan. Links of rechts lopen en we leren de pup tegelijkertijd dat netjes naast je lopen hem/haar heel veel lekkers oplevert.

Hond links

1. Houd een aantal voerbeloningen in je linkerhand.
2. De lijn houd je in je rechterhand. Bos de lijn zonodig op als deze te lang is.
3. Positioneer je hond links van je. Maak hierbij gebruik van de oefening ‘naast’
4. Houd nu de linkerhand (met de voerbeloningen) voor de neus van je hond.
5. Start direct met wandelen. Recht je rug en maak als het ware een kommetje/vuist van je hand.
6. Zet een aantal stappen. Loopt je hond netjes naast je dan zeg je ‘GOEDZO’ en beloon je ter hoogte van je linkerbeen.
7. Herhaal deze stappen een aantal keren.

Hond rechts

1. Houd een aantal voerbeloningen in je rechterhand.
2. De lijn houd je in je linkerhand. Bos de lijn zonodig op als deze te lang is.
3. Positioneer je hond rechts van je. Maak hierbij gebruik van de oefening ‘naast’
4. Houd nu de rechterhand (met de voerbeloningen) voor de neus van je hond.
5. Start direct met wandelen. Recht je rug en maak als het ware een kommetje/vuist van je hand.
6. Zet een aantal stappen. Loopt je hond netjes naast je dan zeg je ‘GOEDZO’ en beloon je ter hoogte van je rechterbeen.
7. Herhaal deze stappen een aantal keren.

Belangrijke aandachtspunten bij het oefenen

  • Springt je hond op als je gaat wandelen? Loop dan door en voorkom dat je stopt met lopen. Als je stopt met lopen gaat je hond naar alle waarschijnlijkheid zitten. Hiermee leert je hond dat hij na het opspringen even moet zitten en leert hij niet dat opspringen hem/haar niks oplevert.
  • Daar waar je hond is daar heb je ook een hand met voer. Positioneer jij je hond links dan heb je in je linkerhand ook voer. De lijn heb je daarmee even in je rechterhand. De hand waar je hond is, is namelijk je stuurhand. 

Stap 2 – sociale ondersteuning inzetten

Gaat stap 1 goed dan willen we de beloning iets gaan uitstellen. Hiervoor in de plaats zetten we aandacht in als “bruggetje” naar de beloning (voer, spel). Volg dezelfde stappen als bij stap 1 alleen nu ga je kletsen tegen je hond als je je rug recht en gaat wandelen. Het maakt niet uit wat je zegt, als je maar je hond coacht en zeg je ‘GOEDZO’ dan moet je uitbetalen met iets lekkers of leuks. Het kletsen noemen we ook wel sociale ondersteuning.

Stap 1 – wandelen en andere beloning inzetten

Om een hond gemotiveerd te houden is het belangrijk om te variëren met de wijze waarop je beloont en waarmee je beloont. Beloon je met voer dan kun je belonen uit je hand maar je kan het voer ook weggooien zodat je hond deze kan najagen, Je kan het in het gras gooien zodat je hond het moet opzoeken. Ook kun je belonen met spel. Loopt je hond mooi mee dan komt na de goedzo een te gek renspelletje of misschien wel het favoriete speeltje van je hond.

 

 


 

Impressievideo’s


 

De snuffelwandeling

 

Pups en jonge honden kennen angstperiodes waarin ze plotseling angstig kunnen reageren op vreemde dieren, objecten of misschien angstig zijn om te wandelen in het donker. Een jonge hond kan tussen een halfjaar en een jaar meerdere angstperiodes doormaken.  Als eigenaar wil je je pup hier zo goed als mogelijk in begeleiden. Het allerbelangrijkste is dat je  je pup de regie geeft over zijn eigen leerproces.

“Als je wilt dat gras goed groeit, dan moet je er niet aan gaan trekken. Daar gaat het niet harder door groeien. Wat wel helpt, is de omstandigheden voor het gras verbeteren: veel licht geven, goed bemesten en voldoende water geven”.

Honden reageren verschillend op prikkels die zij eng vinden. De ene hond begint op afstand te blaffen, terwijl de andere hond zich wilt omkeren en een andere kant op wilt gaan. Dit zijn allebei vormen van stress en ongemak.  Je hond straffen als hij naar ‘het monster’ blaft of gromt verlicht de stress niet; integendeel, het verergert de stress juist. Hoe kun je hier wel mee omgaan?

WANDELEN WAARBIJ JOUW PUP DE REGIE HEEFT
Het doel bij deze manier van wandelen is dat je pup zelf het initiatief durft te nemen om zijn omgeving te verkennen en informatie te verzamelen. Dit doen zijn veelal met de neus. Door te snuffelen kan je pup informatie verzamelen over zijn omgeving. Tegelijkertijd zorgt snuffelen ervoor dat Je pup prikkels kan verwerken en dit reduceert stress. Genoeg reden dus om regelmatig een snuffelwandeling te maken met je pup!

Bij de snuffelwandeling bepaalt je pup de route. Vindt hij iets spannend en kiest hij ervoor om er omheen te lopen, volg hem dan rustig. Jouw doel is om je pup de ruimte te geven om ongedwongen rond te lopen. Het is daarom belangrijk dat de lijn slap hangt.

  • Bij deze oefening maken we vaak gebruik van een lijn van ongeveer 2 meter.
  • Houd het einde van de lijn in je rechterhand vast. Met je linkerhand pak je de lijn op ongeveer 40 cm. Dit betekent dat je hond een bewegingsvrijheid heeft van 1.60m.
  • Door met je linkerhand de de lijn losjes vast te houden eb je de mogelijkheid om je hond rustig en op een vriendelijke manier te laten stoppen en voorkomt dat je hond een terugslag krijgt wanneer je ineens stil gaat staan.

Bij deze manier van wandelen hebben we wel enkele belangrijke regels.

Jij bent de begrenzer
Je wilt niet dat je pup zomaar de weg oversteekt. Bepaal daarom voor jezelf wat je pup wel en niet mag. Als je moet oversteken dan zet je je pup weer in de zogenaamde ‘werkstand’.  Dit betekent dat je bijvoorbeeld door middel van je handcue je hond de weg over begeleid. Heb je al de eerste stapjes van het wandelen met aandacht aangeleerd dan kun je deze natuurlijk inzetten.

Trekken = stilstaan.
Zodra de lijn gespannen is stop je met lopen en zeg je niks. Je wilt niet dat je pup leert dat hij door te trekken komt waar hij wezen wilt.  Ook wil je geen aandacht schenken aan gedrag dat je niet wilt zien (negatieve aandacht is ook aandacht). Je komt weer in beweging als de lijn slap hangt. Dit gebeurt vaak als de pup ervoor kiest om te gaan snuffelen of wat meer jouw kant op te lopen. Gaat je hond meer dan 2 keer de fout in dan kun je constateren dat je pup al teveel is gefixeerd op de prikkel. In dat geval  maak je het attentiesignaal en met je handcue haal je hem weg uit de situatie en begeleid je hem de andere kant op (weg van de afleiding). Reageert je pup niet op het attentiesignaal, kijk dan of je in het gezichtsveld van je pup  kunt komen door een stapje opzij te zetten. Zodra je pup naar je kijkt neem je hem mee met je handcue.

Spanning
Als je merkt dat de opwinding/spanning van je pup toeneemt tijdens het stilstaan en kijken naar de prikkel, dan attendeer je je hond door middel van het positief attentiesignaal en neem je hem met je handcue mee de andere kant op.

De lijn is een veiligheidsgordel, geen stuurwiel!
Als de handcue goed is aangeleerd dan zal je pup je lege hand volgen. Hierdoor hoef je niet aan de lijn te trekken.