Het thema Vreemde objecten is een belangrijk onderdeel in de socialisatie van je pup. We vinden het belangrijk dat honden op een ontspannen manier kunnen omgaan met vreemde objecten zoals andere honden, mensen, attributen.
De focus bij de puppycursus ligt bij socialisatie. Socialisatie betekent gewend raken aan de omstandigheden door blootstelling. Het doel is:
- Creëren van stabiliteit bij onze honden
- Het ontwikkelen van het herstelvermogen
- Het ontwikkelen van zelfvertrouwen
Het vermijden van nieuwe, onbekende dingen is voor dieren een standaard reactie. Ongewone dingen betekenen in de natuur vaak slecht nieuws. Nieuwsgierigheid is de tegenhanger van angst. Aan de ene kant is het aantrekkelijk om nieuwe dingen te onderzoeken omdat er mogelijk een voordeeltje uit te halen is maar aan de andere kant zou overdreven nieuwsgierigheid mogelijk kunnen resulteren in een blootstelling aan gevaar. Onze honden zijn zoals we dat noemen: gedomesticeerd. Ze zijn ontwikkelt tot wezens die opgroeien en leven in de nabijheid van de mens.
Tot de 12e week zijn puppen minder angstig en meer geneigd om nieuwe dingen te denderen en te onderzoeken. Het einde van de socialisatie ligt ergens tussen de periode van drie en vijf maanden afhankelijk van het ras.
Volwassen honden kunnen ook wennen aan nieuwigheden. Het vraagt alleen meer tijd. Rond de twaalfde week is de gevoeligheid van een pup het grootst.
Regie geven of regie nemen
Bij het maken van een wandeling zou je hond op allerlei prikkels kunnen reageren. Denk hierbij aan: andere honden, katten, wapperende vlaggen, een vuilniszak etc. Het is belangrijk om bewust te zijn wanneer je je hond de regie (ruimte) geeft om zelf te ontdekken hoe hij de prikkel wilt benaderen en wanneer je als eigenaar/begeleider de regie overneemt.
Regie nemen
Stel, je hond ziet een andere hond staan en wilt hier naartoe trekken. Wat doe je?
Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is het belangrijk om voor jezelf na te gaan wat wilt bekrachtigen/versterken en wat niet.
- wil je dat je hond al trekkend bij de andere hond komt?
- wil je dat je hond de andere hond rustig benaderd?
- wil je dat je hond de andere hond negeert?
Daarnaast is het belangrijk om de 4 gouden regels er weer bij te pakken. Deze 4 gouden regels vind je in de online leeromgeving onder de themablokken. Hieronder zie je een aantal suggesties die je kunt toepassen bij een hond die trekt naar de andere hond.
Voorkom dat je hond de fout in gaat
Met de fout in gaan bedoelen we: trekken naar de andere hond
– Doe de zoek oefening (hiermee verleg je de focus van je hond)
– Kies voor een andere route
– Klik je hond los (laat hem loslopen)
Begrens op een vriendelijke manier
Je wilt niet dat je hond leert dat hij door te trekken aan lijn komt waar hij wezen wil. Zodra de lijn gespannen is stop je met lopen en zeg je niks. Immers, je wilt geen aandacht schenken aan gedrag dat je niet wilt zien (negatieve aandacht is ook aandacht). Je komt weer in beweging als de lijn slap hangt. Dit gebeurt vaak als de pup ervoor kiest om te gaan snuffelen of wat meer jouw kant op te lopen. Gaat je hond meer dan 2 keer de fout in dan kun je constateren dat je pup al teveel is gefixeerd op de prikkel. In dat geval maak je het attentiesignaal en zodra je hond kijkt, neem je afstand van de prikkel (weg van de afleiding). Reageert je pup niet op het attentiesignaal, kijk dan of je in het gezichtsveld van je pup kunt komen door een stapje opzij te zetten en je hond met de handcue mee te nemen. Zodra je pup naar je kijkt (naar je handcue) en/of met je meeloopt dan schenk je hier direct aandacht aan met je stem en neem je hem mee (weg van de afleiding). Belangrijk: trekken = stoppen met lopen naar de prikkel.
Focus je op gedrag dat je wél wilt zien
Schenk aandacht aan gedrag dat je wel wilt zien. Dit kun je doen door te praten tegen je hond en te belonen met voer, of spel.
Negeer ongewenst gedrag
In deze casus voorkom je dat je gaat mopperen als je hond dingen doet die je niet wilt zien. Kies liever voor regel 1 (voorkomen) en regel 2 (begrenzen).
BELANGRIJK!
De lijn is een veiligheidsgordel, geen stuurwiel!
De lijn is niet gemaakt om zelf aan te trekken, sjorren of rukken. De lijn is een veiligheidsgordel waarmee je je hond begrenst.
Regie geven
Honden reageren verschillend op prikkels die zij eng vinden. De ene hond begint op afstand te blaffen, terwijl de andere hond zich wilt omkeren en een andere kant op wilt gaan. Dit zijn allebei
vormen van stress en ongemak. Je hond straffen als hij naar ‘het monster’ blaft of gromt verlicht de stress niet; integendeel, het verergert de stress juist. Hoe kun je hier wel mee omgaan?
Het doel bij deze manier van wandelen is dat je pup zelf het initiatief durft te nemen om zijn omgeving te verkennen en informatie te verzamelen. Dit doen zijn veelal met de neus. Door te
snuffelen kan je pup informatie verzamelen over zijn omgeving. Tegelijkertijd zorgt snuffelen ervoor dat Je pup prikkels kan verwerken en dit reduceert stress. Genoeg reden dus om regelmatig een
snuffelwandeling te maken met je pup! Bij de snuffelwandeling bepaalt je pup de route. Vindt hij iets spannend en kiest hij ervoor om er omheen te lopen, volg hem dan rustig. Jouw doel is om je pup de ruimte te geven om ongedwongen rond te lopen. Het is daarom belangrijk dat de lijn slap hangt.Pas zonodig de zoek oefening toe.
- Bij deze oefening maken we vaak gebruik van een lijn van ongeveer 2 meter. (liever niet korter)
- Houd het einde van de lijn in je rechterhand vast. Met je linkerhand pak je de lijn op ongeveer 40 cm. Dit betekent dat je hond een bewegingsvrijheid heeft van 1.60m.
- Door met je linkerhand de de lijn losjes vast te houden heb je de mogelijkheid om je hond rustig en op een vriendelijke manier te laten stoppen en voorkomt dat je hond een terugslag
krijgt wanneer je ineens stil gaat staan.
Het gebruik van een flexilijn
Handcue
Waar kun je de handcue voor inzetten:
- Tijdens het aanleren van statische oefeningen (zitten, liggen) en het ondersteunen hiervan
omdat we een verbale cue niet willen herhalen. - Om de hond zelfstandig in en uit de auto te laten stappen.
- Bij de dierenarts om je hond de weegschaal op te sturen.
- Als je hond ergens voor ligt en je erbij wilt.
- Tijdens oefeningen op de hondenschool. Bijvoorbeeld het sturen van je hond door een hoepel,
hem naar een object toe begeleiden en om de hond in, op onder, of om het object te laten
lopen.
Belangrijk
Je handcue hand bevat nooit iets lekkers en is altijd aan de kant van de hond. We sturen dus met een lege hand. Dat heeft de volgende redenen:
– door een hond te lokken met iets lekkers is zijn aandacht bij het lekkers en niet bij de oefening.
– Door je hond te leren achter voertjes aan te lopen of hem in een bepaalde positie te lokken, is het moeilijk om hem vervolgens te leren een positie aan te houden terwijl je weg loopt.
– Als een hond gestrest of ziek is, neemt hij vaak geen voer aan.
– Vanuit veiligheid willen we de hond snel kunnen sturen.
– Lekkers is niet altijd direct paraat.
– Een hond zal het gewenste gedrag, mits goed aangeleerd, altijd uitvoeren zonder dat we lekkers in ons hand hebben.
De oefening in baby steps:
- Houd een aantal voertjes in je ene hand en houd deze op je rug. Dit noemen wij ‘de bank’.
- Je andere hand is leeg en wordt je stuurhand. Dit noemen wij ook wel ‘de portemonnee’. Je stuurhand maak je door
je vingertoppen van deze hand naar je duim te bewegen. Duim en wijsvinger raken je middelvinger. - Je stuurhand (de portemonnee) houd je nu voor de neus van je hond en beweeg je vervolgens rustig naar achteren.
- Op het moment dat je hond een beweging maakt richting de portemonnee, dan zeg je Goedzo. De bank betaalt vervolgens uit in de portemonnee. Met andere woorden: met je hand met voer doe je een voertje in je stuurhand. Je stuurhand bevindt zich op dezelfde plek waar je hond naartoe gekomen is. De bank komt dus altijd naar de portemonnee. De portemonnee gaat niet naar de bank.
- Je hond eet dus na het gewenste gedrag het lekkers uit de portemonnee en niet uit de bank.
Handcue verder uitgewerkt
- Houd de lijn in één hand vast. Je andere hand is leeg en is je stuurhand (ofwel de portemonnee zoals hierboven beschreven.)
- Houd nu je lege hand (portemonnee) voor de neus van je hond en nodig hem zo uit om met je mee te lopen.
- Zodra je hond een aantal stapjes meewandelt zeg je ‘Goedzo’ en pak je een beloning uit je voertasje. Let op: na de ‘Goedzo’ mag je gewoon nog doorlopen terwijl je het lekkers aan het pakken bent. Stop met lopen als je de beloning geeft aan je hond.
- Herhaal dit een aantal keren. Probeer ook eens bochtjes/wendingen te maken zodat je je hond mooi door een bocht kunt sturen.
Bekijk ook de trainingsvideo hiernaast!
Stap 2 – in z’n achteruit en rug rechten
Bij stap 2 doe je hetzelfde als bij stap 1 alleen nu ga je je rug rechten waardoor je stuurhand niet meer recht voor de neus van je hond is maar ter hoogte van je zij. Dit heb je tijdens de les ook geoefend.
Stap 3 – voorwaarts
Gaat het achterwaarts goed? Dan wordt het tijd om voorwasarts te lopen. Oefen hier ook met de stap waarin de stuurhand voor de neus van je hond is én waarbij je er naartoe gaat werken dat je je rug kan rechten.
Het managen van een hond die trekt
In de dagelijkse praktijk kan het voorkomen dat je hond ineens voor je uit trekt bij het zien van een andere hond, een kat, een bekende etc. Hoe ga je hier dan mee om? Tijdens de les heb je een aantal handvatten gekregen zodat je in de meeste situaties op een juiste wijze kunt handelen. In de informatie hierboven hebben we ook andere suggesties gegeven bijvoorbeeld door in het gezichtsveld van je hond te komen of voer voor zijn neus te houden en mee te nemen. De volgende oefening is een zogenaamd consequentieplan. Deze wordt nog uitgebreid behandeld bij de Basiscursus. Voor nu is het vooral belangrijk dat je je bewust wordt of…en welke consequentie je in zet indien je hond niet luistert (niet reageert op je attentiesignaal bijvoorbeeld).
De technieken die je aangereikt hebt gekregen zijn trapsgewijs opgebouwd. Daarmee bedoelen we dat je pas de volgende stap neemt als de voorgaande niet werkt.
Plan A – 5 seconden regel
Geef je hond 5 seconden de tijd om zichzelf te ‘corrigeren’. Hiermee bedoelen we: dat een hond stopt met trekken en/of en contact met jou maakt of een andere kant op te gaan.
Plan B – positief attentiesignaal
Reageert je hond na 5 seconden niet uit zichzelf, dan mag je maximaal 2x je hond attenderen met behulp van het attentiesignaal. Kijkt je hond naar jou? Schenk hier dan aandacht aan met je stem terwijl je achteruit loopt/dribbelt. Pas als je wat meer afstand hebt genomen van de afleidende prikkel dan zeg je “Goedzo” en geef je je hond iets lekkers. Door achteruit te lopen voorkom je dat je hond direct na de Goedzo weer terugtrekt naar de prikkel.
Plan C – handcue
Reageert je hond ook niet op het attentiesignaal? Dan ga je de handcue inzetten.
Houd vol!
Soms kun je maar één stap doen voordat het trekgedrag terugkeert. Het is nu eenmaal erg hardnekkig. Houd vol en wees overtuigd van wat je doet. Dit voorkomt frustratie.
Zoek oefening
Een hond leeft in de wereld van geuren. Wij reageren alleen nog maar op bijzonder sterk ruikende geuren zoal parfums en deodorant, gerechten, vieze dampen van de industrie of mest. De neus van de hond is oneindig veel beter. Slachtoffers vinden onder meters puin of sneeuw, de rampenhond redt het. Het spoor volgen van een aangeschoten prooi of een ontsnapte crimineel, een hond draait er zijn poot niet voor om. Daar maken wij gebruik van. We moeten ons dan ook realiseren dat een hond die ergens aan snuffelt eits doet wat in zijn wereld heel belangrijk is, namelijk ruiken. We moeten hem daar wel de kans voor geven. Dat houdt natuurlijk niet in dat hij overal en altijd mag stoppen om te snuffelen, maar we moeten de hond wel voldoende kans geven.
Met de zoek oefening leren we de hond op commando te snuffelen/zoeken naar lekkers!
Voordelen van deze oefening
Deze oefening brengt veel voordelen met zich mee:
- Door de hond op commando te laten snuffelen, ben je in staat om de focus van je hond te verleggen wanneer er in de buurt prikkels zijn die de hond spannend vind.
- Snuffelen is voor de hond de aller belangrijkste manier om informatie te verzamelen over zijn omgeving/de prikkel(s). En die informatie bepaalt voor een groot deel zijn gedrag.
- Snuffelen werkt stress-verminderend.
- Snuffelen geeft de hond meer controle en een meer voorspelbare omgeving.
Honden kunnen een betere afweging maken en zullen daardoor minder snel explosief reageren.
Stap 1 – Aanleren commando ‘zoek’
Start deze oefening in een prikkelarme omgeving, bijvoorbeeld in de woonkamer.
- Gooi een snoepje (dat goed zichtbaar is) op de grond en zodra de hond met zijn neus naar de grond gaat zeg je: “zoek”. Dit mag je een aantal keren roepen terwijl de hond met zijn neus over de grond aan het ‘stofzuigen’ is op zoek naar het snoepje.
- Oefen dit komende dagen heel veel keren en iedere keer zeg je ‘zoek’ als de hond met zijn neus naar de grond gaat.
Stap 2 – Commando naar voren halen
Wanneer je deze stap voldoende keren hebt geoefend dan is de volgende stap om het commando naar voren te halen. Geef het commando: ‘zoek’ een keer als er nog geen snoep op de grond ligt en wanneer de hond nog niet met zijn neus over de grond ‘stofzuigt’.
Als de hond op het commando “zoek” ook met zijn neus naar de grond gaat dan kun je concluderen dat het commando is geconditioneerd/verankerd bij de hond. Het commando ‘zoek’ is nu een voorbode geworden voor het snuffelen 🙂 Heel handig wanneer je de hond even wilt afleiden van een prikkel die hij eng of spannend vind of wanneer je dit wilt inzetten als beloning!