Wandelen

Wandelen met afleiding

Het passeren van andere honden aan de lijn is voor veel hondeneigenaren dagelijkse kost. Je kan honden tegenkomen op een breed pad, een smal pad, op de stoep. Hoe fijn is het dan als je hond op een nette en verantwoorde wijze de naderende hond kan passeren? Hieronder verstaan wij dat er geen fysiek contact is met de andere hond en je hond ook geen angst en/of reactief gedrag (grommen, blaffen, uitvallen) vertoont naar de passerende hond.

Als eerste is het goed om te weten dat als twee honden elkaar op natuurlijke wijze ontmoeten, ze nooit frontaal naar elkaar/ op elkaar af lopen. Ze naderen elkaar door in een grote bocht richting de andere hond te lopen/via de zijkant. Het feit dat wij willen dat honden in deze maatschappij andere honden kunnen passeren zonder ongewenst gedrag te vertonen, betekent dat je je hond spelregels moet aanleren én zeker ook situaties moet managen zodat je je hond opzet voor succes.

 

 

 

 

 

 

Contact aan de lijn

Het maken van fysiek contact aan de lijn is niet iets dat wij adviseren en wel om een aantal redenen.

  • Je wilt je hond niet leren dat hij aan de lijn naar andere honden mag trekken.
  • De lijnen kunnen in elkaar verstrengeld raken en dit kan ongelukken veroorzaken (poten kunnen vast komen te zitten in de lijnen).
  • Honden zijn niet altijd zo sociaal aan de lijn als los van de lijn.

Toch komt het helaas nog regelmatig voor dat een hond geen sociaal gedrag en dus ongewenst gedrag vertoont bij het passeren van andere honden. Onder ongewenst gedrag verstaan wij:

  • Plat op de grond gaan liggen
  • Overenthousiast op de andere hond afrennen
  • Trekken aan de lijn
  • Grommen of blaffen aan de lijn
  • Op zijn achterpoten staan
  • Sluipen
  • Bewegingsloos staan

Technieken bij passeren
Er zijn verschillende technieken die je kunt inzetten als je een andere hond moet passeren. De techniek die je verkiest is afhankelijk van wat je hond aan kan. Uiteraard staat een techniek niet altijd op zichzelf. Vaak is het een samenspel van meerdere technieken.

Voorkomen ongewenst gedrag
Stel je verkeert met je hond in een situatie waarbij je zeker weet dat jouw hond de fout in gaat. Misschien omdat het pad te smal is en er geen uitwijkmogelijkheid is. Als je de tegemoetkomende hond niet vertrouwd of als je zeker weet dat je hond ongewenst gedrag vertoont. In dat geval is het: “better safe than sorry. Je gaat de situatie zo inrichten dat je ongewenst gedrag voorkomt. De twee technieken die je dan kunt inzetten zijn hieronder beschreven.

Het is goed om te weten dat je hond met onderstaande technieken niet specifiek iets leert. Hij leert bij voorbeeld niet op een nette manier de tegemoetkomende hond te passeren maar: veiligheid op 1!

  1. Afstand nemen

Bij deze techniek ga afstand nemen en dan het liefste in de breedte. Zorg ervoor dat er veel ruimte zit tijdens het passeren. Loop je op de stoep? Steek rustig over en ga aan de overkant wandelen. In nood kun je er natuurlijk ook altijd voor kiezen om weer terug te keren.

  1. Lokken langs de andere hond

Bij deze techniek pak je ruim van tevoren een handje voer en deze houd je letterlijk voor de neus van je hond. Het is bij deze techniek wel essentieel dat je zeker weet dat je hond dit voer interessant genoeg vindt onder de gegevens omstandigheden.

Anticiperen of reageren?
Wat wij vaak zien is dat hondeneigenaren vaak wachten totdat de hond een fout maakt en vervolgens hierop gaan acteren. Het mooiste is als jij als hondeneigenaar zoveel als mogelijk (is) proactief handelt en anticipeert situaties. Voorkom dat je in de overtuiging zit dat je hond het maar “gewoon” moet kunnen. Help je hond, help jezelf en hebt de naderende hond en eigenaar.

Focus verleggen van je hond zonder lokken
Je wilt er uiteindelijk naartoe werken dat je hond leert om op een ontspannen wijze en zonder ongewenst gedrag een andere hond aan de lijn te passeren. Bij de techniek waarin je de focust verlegt van je hond kan je enigszins voorkomen dat je hond zich al te veel fixeert op de tegemoetkomende hond en waarbij je tegelijkertijd zet je je hond aan het werk.

  1. Attenderen en in werkstandje zetten

Bij deze techniek attendeer je je hond tijdig met behulp van een attentiesignaal. Zodra je hond naar je kijkt, schenk je hier aandacht aan met je stem. Oftewel: je zet je sociale ondersteuning in en schenkt aandacht aan het gedrag dat je wilt zien (contact maken met jou). Stap vervolgens ook stevig door. Op die manier heeft je hond minder de tijd om zijn omgeving uitgebreid in zich op te nemen en tussentijds te stoppen om ergens aan te snuffelen.  Wil je hond toch stoppen/snuffelen dan zeg je “huphup” terwijl je doorloopt (ook als hierdoor spanning op de lijn komt). Schenk met je stem vervolgens weer aandacht aan je hond als hij vrijwillig weer meeloopt en contact met je maakt. Zodra je de andere hond bent gepasseerd dan zeg je “Goedzo” en geef je je hond een aantal overheerlijke voerbeloningen.

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Omkoopmiddel inzetten

Bij een omkoopmiddel mag je de beloning voor je hond als zichtbaar in je hand hebben. Denk hierbij aan een aantal lekkere voerbeloningen of een speeltje zoals een trektouw of een balletje. Je hond kan deze beloning verdienen mits hij gewenst gedrag vertoont tijdens het passeren. Tijdens het wandelen heb je techniek 3 ook nodig. Attendeer je hond, laat zien wat hij kan verdienen, ga stevig doorstappen en schenk wederom aandacht aan gewenst gedrag.

Het kijken naar de prikkel
Uiteindelijk wil je er naartoe dat je relaxed langs een andere hond kan lopen zonder dat je elke keer de focus moet verleggen van je hond. Wat kun je dan inzetten:

  1. Kijken naar de prikkel

Bij het kijken naar de prikkel leer je je hond dat hij als netjes naast je loopt en naar de andere hond kijkt dat dit hem iets aangenaams oplevert. Kijken mag….erop afstormen niet.

Je kan er uiteraard ook voor kiezen om je hond te laten zitten. Voorkom hierbij dat je het zicht voor je hond blokkeert. Geef bij de eigenaar van de tegemoetkomende hond aan dat hij mag passeren. Als je hond rustig kijkt naar de andere hond dan levert dit in het begin een “Goedzo” en iets lekkers op. Bekijk hoe vaak je moet “goedzo’en” en belonen zodat je hond rustig blijft zitten.

Zoals al eerder aangegeven gaan sommige technieken hand-in-hand. Soms moet je afstand nemen en tegelijkertijd je hond in een werkstandje zetten om vervolgens op afstand het kijken naar de prikkel toe te passen. Durf te spelen met de mogelijkheden waarbinnen je hond stapsgewijs leert ontwikkelen.

Wat als de andere hond op mijn hond af komt?
Door op afstand al te anticiperen op de situatie geef je visueel ook aan de andere hondeneigenaar aan dat je niet voornemens bent om contact te maken. Als de andere eigenaar ziet dat je al wat afstand neemt in de breedte, je hond in een werkstandje hebt gezet en druk bezig bent met je hond dan is de kans groter dat de andere hondeneigenaar zijn hond ook bij zich zal houden.

Wees assertief
Als er situaties zijn waarin er dingen gebeuren door een andere hondeneigenaar dan is het handig om vaste zinnetjes paraat te hebben waarbij je vervelende situaties of discussies voorkomt. Als je aangeeft dat jouw hond bang is dan kun je het antwoord krijgen: ‘maar mijn hond is heel lief naar andere honden’. Als zal je mogelijk al eens hebben meegemaakt dat een andere hondeneigenaar zegt: “hij doet niks hoor!” Jouw antwoord zou kunnen zijn: “maar de mijne wel”😉

Voorkom dat er ruimte is voor discussie of suggesties van de andere eigenaar. Jij kent je hond als je broekzak dus jij weet het beste wat goed is voor jouw hond.

Suggesties van ‘vaste zinnetjes’

  • Mijn hond vindt contact niet zo prettig aan de lijn dus wij maken liever geen contact.
  • Mijn hond is niet zo aardig aan de lijn dus wij lopen door.
  • Ik ben mijn hond aan het trainen dus we kunnen helaas even geen contact maken.


Wat als je hond plat gaat bij het zien van een andere/ naderende hond?

Het komt gereld voor dat een hond plat op de grond gaat liggen bij het zien van een naderende hond. Je hond gaat in een sfinx houding op de grond liggen en kijkt gefixeerd naar de naderende hond. Dit doet je hond niet zomaar. Sommige mensen dat dit een vorm van spel is. Als dit al zo is, dan is het in ieder geval geen leuk spelletje…voor de andere hond. Een sociaalvaardige hond zou dit gedrag ook niet vertonen. Compleet plat gaan liggen afwachten toont een hele andere gemoedstoestand. Gespannen. Vaak gaat er ook sluipgedrag inclusief verstijving aan vooraf en gaat dit alles gepaard met fixeren.  Als de naderende hond dichterbij komt dan wordt het platgaan vervolgens vervolgd door het bestormen van de andere hond.

Wat minstens zo belangrijk is naast bovenstaande is dat je ervoor zorgt dat je je hond aan de juiste kant positioneert.  Zorg ervoor dat jij als eigenaar tussen jouw hond en de andere hond loopt. In dit soort situaties reageren honden vaak niet meer op een attentiesignaal of iets lekkers.

Wat belangrijk is om te weten is dat dit gedrag van jouw hond ook een reactie heeft op de naderende hond. Het plat liggen en fixeren op de andere hond kan best bedreigend overkomen op de andere hond.

 

 

 

 

 

 

Actie ondernemen

Indien voorkomen niet meer mogelijk is en je hond gaat al liggen dan is het belangrijk om actie te ondernemen. Je wilt voorkomen dat dit gedrag een patroon wordt. Het is geen fijne strategie voor de hond zelf omdat het conflicten in de hand kan werken omdat dit gedrag ook voor spanning kan zorgen bij de tegemoetkomende hond.

Het consequentieplan

Ben je nog bekend met het consequentieplan uit de Basiscursus? De “huphup” kan je inzetten om de hond uit de situatie te halen. Bij het aanleren van het consequentieplan heb je geleerd om eerst 5 seconden te wachten en je hond vervolgens 2 keer te attenderen. Omdat we weten dat de hond op beide stappen geen juiste keuze zal maken, mag je direct de “huphup” inzetten. Wat belangrijk is bij deze handeling is dat je niet frontaal achter je hond staat maar een beetje haaks op je hond gaat staan. Zeg “huphup” en neem hem mee (loop zo nodig ook echt achteruit) en zoek de afstand in de breedte op. Loop net zolang door totdat je hond weer vrijwillig met je meeloopt. Dat is het moment waarop je met je stem aandacht mag schenken aan het gewenste gedrag waarna je “Goedzo” zegt en wat voertjes in het gras gooit.

Vervolgens kun je ervoor kiezen om je hond af te leiden terwijl de andere hond passeert of je kiest ervoor om de oefening ‘kijken naar de prikkel’ toe te passen.

Loopt je hond los en vertoont hij dit gedrag? Dan is dit het moment om je hond aan te lijnen en mee te nemen. Ga niet afwachten.

Wat kan je inzetten?

Voorkomen

Als je de naderende hond tijdig ziet aankomen dan kun je bekijken of je weer afstand kunt nemen in de breedte. Hiermee haal je het frontale eruit. Je kan je hond een zit geven en belonen voor het rustig kijken naar jou, naar de prikkel of je kiest ervoor dat je hond lekker wat voertjes mag zoeken in het gras.

 

 


 

Links en rechts 

Doel van de oefening
Je leert je hond om op stemcommando ‘links;  en ‘rechts’ je hond links en rechts naast je te positioneren. Dit is een handige oefening als je hond even aan de andere kant moet lopen.

Stap 1 – links en rechts van je positioneren met lokvoer

  1. Neem in je linkerhand en rechterhand een stukje voer.
  2. Positioneer je hond allereerst links van je. Dit kun je doen m.b.v. de “naast” of “aan de voet” .
  3. Beloon je hond in de linkerpositie.
  4. Haal je hond nu met je rechterhand achterlangs naar de rechterkant. Zodra je hond naar de andere kant gaat zeg je “Goedzo” en beloon je t.h.v. je rechterbeen.
  5. Wacht heel even en beloon weer in de rechterpositie. Hiermee voorkom je dat je hond direct weer teruggaat naar de linkerpositie.
  6. Haal je hond nu met je linkerhand achterlangs naar de linkerkant. Zodra je hond naar de anderde kant gaat zeg je “Goedzo” en beloon nu t.h.v. je linkerbeen.
  7. Wacht weer heel even en beloon weer in de linkerpositie.
  8. Herhaal deze oefening meerdere keren.

Stap 2 – links en rechts van je positioneren zonder lokvoer

  1. Je hebt nu geen voer in je handen.
  2. Positioneer je hond links van je. Dit kun je doen m.b.v. de “naast” of “aan de voet”. Zeg “Goedzo” en pak nu iets lekkers uit je voerzakje en beloon je hond t.h.v. je linkerbeen.
  3. Haal je hond nu met je rechterhand achterlangs naar de rechterkant. Zodra je hond naar de andere kant gaat zeg je “Goedzo” en je pakt weer iets lekkers uit je voerzakje. Beloon  t.h.v. je rechterbeen.
  4. Wacht heel even, en beloon weer in de rechterpositie. Hiermee voorkom je dat je hond direct weer teruggaat naar de linkerpositie.
  5. Haal je hond nu met je linkerhand achterlangs naar de linkerkant. Zodra je hond naar de anderde kant gaat zeg je “Goedzo” en je pakt weer iets lekkers uit je voerzakje. Beloon nu t.h.v. je linkerbeen.
  6. Wacht weer heel even en beloon weer in de linkerpositie.
  7. Herhaal deze oefening meerdere keren.

Stap 3 – invoegen stemcommando 

Het is nu tijd om een stemcommando in te voegen. Volg dezelfde stappen als in stap 2. Nu voeg je het stemcommando in zodra je hond de beweging maakt. Zeg “rechts” als je hond de draai achter je langs maakt naar de rechterkant. Doe dit ook als je je hond naar de linkerkant begeleidt.

Stap 4 – vervagen handbeweging

Het is nu tijd om je handbeweging te vervagen tot een handgebaar.

 

 


 

Wandelen met wissels

Wat is een wissel?
Een wissel wil zeggen dat je wisselt van kant. Bijvoorbeeld: je hond loopt eerst aan de linker kant.  Na de wissel aan de rechterkant. Het veranderen van kant noemen we een wissel.

Doel van de wissels
In de behendigheid is het parcours zo opgesteld dat je soms je hond aan je linkerhand moet begeleiden en soms aan je rechterhand. Dat betekent dat je van kant moet ‘wisselen’. Voor het wisselen zijn in de loop der jaren speciale technieken bedacht. Die speciale technieken zijn bedacht om drie redenen:
–  zorgen dat je hond zo min mogelijk last van je heeft bij het wisselen van kant;
– het (beter) kunnen sturen van je hond over het parcours;
– invloed hebben op het looptempo van je hond.

Bij de Vervolgtraining komen enkele wissels aan bod die ook in de dagelijkse praktijk nuttig kunnen zijn.

180° wissel

Bij deze wissel draai je 180° waarbij de hond aan de andere kant van je komt. Hierbij wissel je van richting én de positie van de hond veranderd (van links naar rechts of andersom). 

  1. Neem in je linkerhand en rechterhand een stukje voer.
  2. Ga naast je hond staan zodat deze links van je is.
  3. Start met lopen waarbij je hand ter hoogte is van je zij.
  4. Draai nu 180°. Dit betekent dat je de andere kant op loopt. Hierbij draai je als het ware tegen je hond in. Terwijl je draait houd je heel eventjes je rechterhand met het voer voor de neus van de hond. Deze gaat vervolgens direct omhoog.
  5. Loopt de hond enkele stappen met je mee, zeg ‘Goedzo’ en beloon.


Voorlangse wissel

Bij deze wissel is het de bedoeling dat de hond wisselt van kant.

  1. Neem in je rechterhand een stukje voer.
  2. Ga naast je hond staan zodat deze links van je is.
  3. Lok je hond met je rechterhand voor je langs naar rechts (gebruik ‘schoolslag’
    De hond is nu rechts van je.
    Wil je de hond weer links positioneren lok je hond dan met je linkerhand voor je langs naar links

 

 


 

Tempo wisselingen

Normale looppas
Dit is de looppas waarin je in een stevig en kwiek tempo loopt. Met andere woorden; je stapt flink maar beheerst door. Bij deze looppas zal de hond in draf meelopen. In de draf zijn 2 poten tegelijk in zweeffase. De hond kan in telgang en kruisgang draven. In telgang zijn 2 poten aan gelijke zijde in zweeffase, terwijl bij kruisgang 2 diagonale poten in zweeffase zijn. Elke hond moet in kruisgang kunnen draven.

Langzame pas
Dit is de looppas dat je kunt vergelijken met een hele drukke winkelstraat waar je, je stap voor stap langzaam voortbeweegt. Voor de hond is dit de stapgang. In de stap heeft de hond afwisselend één of twee poten in zweeffase: er is met deze poot geen bodemcontact. Een hond kan in stap telgangen of kruisgangen. In telgang plaatst de hond eerst de poten aan één zijde naar voren en vervolgens de poten aan de andere zijde. Elke hond loopt bij langzaam stappen in telgang. Bij sneller stappen hoort een hond over te gaan in kruisgang. In kruisgang zijn een achterpoot en een tegenovergestelde voorpoot na elkaar in zweeffase.

1 & 2 = stapgang
Het lichaam wordt door twee of drie poten ondersteund

 

Versnelde pas
Dit is de looppas dat je kunt vergelijken met ‘joggen’. Let op: joggen is iets anders dan hardlopen! Wij spreken pas van hardlopen als je sneller loopt dan 8 km per uur.
Voor de hond is dit ook een drafgang net als bij de normale looppas. Voorkom dat je hond gaat galopperen. Als dit het geval is dan ligt jouw looptempo te hoog.
n.b. het gangwerk van een hond is ras-specifiek. Het gangwerk is namelijk afhankelijk van bouw, hoekingen en lengte van poten. Elke hond moet echter kunnen stappen, draven en galopperen en daarbij moeiteloos over kunnen gaan van de ene gang in de andere gang.

Draf
Het lichaam wordt afwisselend ondersteund door de rechter en linkerdiagonaal; alleen bij de zwevende draf (midden in de bovenste rij ontstaat een kort zweefmoment.