4 geheimen van effectieve training

Als de training niet helemaal gaat zoals gepland dan zijn wij mensen snel geneigd om fantastische verklaringen te bedenken waarom het niet lukt. “hij heeft er vandaag geen zin in” of…”hij is dominant, hij ziet mij niet als leider” en zo zijn er nog meer antropomorfische uitspraken die wij mensen regelmatig doen. Door het lezen van deze documentatie leer je alles wat er te weten valt over hoe je iedere trainingsuitdaging, die je ooit tegenkomt, kunt oplossen!

Kijk naar wat je wél ziet
Antropomorfisme is ook wel het toeschrijven van het menselijke eigenschappen op niet-menselijke dieren. Eigenlijk is het onmogelijk om objectieve uitspraken te doen over de innerlijke belevingswereld van de hond. Om die reden doen wij dat ook niet. En gelukkig hoef je ook geen gedachten te lezen om je hond op een effectieve manier te trainen. In plaats van te bedenken wat er in de kop van de hond omgaat, gaan wij ons concentreren op wat wij wél kunnen zien – en wat je aan het doen bent. Je leert hoe je (bijna) alle denkbare en ondenkbare trainingsproblemen of uitdagingen kunt oplossen! Adviezen die je bij de trainingen krijgt zijn dan ook altijd gebaseerd op wat we zien zoals:

  • “Je was een halve seconde te laat met je click. Probeer de volgende keer iets preciezer te zijn’.
  • “Roep je hond niet iedere keer als hij naar een andere hond kijkt. Stel je click uit tot hij uit zichzelf naar je kijkt”.
  • “Er zit teveel tijd tussen je clicks. Probeer in deze stap van de training niet meer dan 5 seconden tussen elke click te hebben”.

 

WE CONCENTREREN ONS OP WAT WE KUNNEN ZIEN

 

STRATEGISCH HONDEN TRAINEN
Een strategie is kortgezegd de manier waarop middelen worden ingezet om een bepaald doel te bereiken. Deze doelen bepaal je door voorafgaande aan de training een plan te hebben. Bij het maken van het plan ga je alle middelen op een slimme manier inzetten zodat je hond altijd succes heeft en je hond met behulp van jouw begeleiding kan groeien. Deze middelen zijn: criteria, timing, kwaliteit van de beloning en beloningssnelheid. Tijdens de training zijn deze ook wel bekend als ‘de regelknoppen’ waar jij aan kunt draaien en waardoor je van de training een succes maakt!

1.Criteria- wat moet jouw hond doen om de beloning te ontvangen?

Het kunnen kiezen van de juiste criteria is wat een goede trainer onderscheidt van de massa. Onder criteria wordt verstaan: wat moet jouw hond doen om een beloning te krijgen? Je kunt criteria vergelijken met de lat van een hoogspringer. Hoger springen dan de lat ligt is prima maar als je te laag springt, valt de lat naar beneden. Bij het trainen van je hond is het daarom belangrijk dat je weet waar de lat ligt. Je zegt ‘Yes/Goedzo’ en beloont als je hond “over de lat springt”. Tikt je hond de lat eraf dan zeg je geen Yes/Goedzo’ en pas je, je criteria aan.

 Hoe weet je dat je met de juiste criteria aan de slag bent gegaan?
Je training is het meest effectief als je de criteria zo hoog zet dat je hond ze zo vaak mogelijk kan halen. Dit kun je uitvogelen zonder moeilijke berekeningen: is je hond gedurende tenminste 80% van de herhalingen succesvol (4 van de 5 keren) dan ben je op de juiste plaats in de training en is het belangrijk om naar de volgende stap te gaan.

Ben je nieuw gedrag aan het shapen dan mag de reactietijd van de hond ongeveer 5 seconden zijn. Wanneer je hond het gewenste gedrag goed kent dan mag de reactietijd niet meer dan 0,2 seconden zijn.

Het is belangrijk om te begrijpen waarom het criteria niet te snel mag worden verhoogt. Daarnaast is het belangrijk om je er bewust van te zijn om de criteria ook niet te langzaam te verhogen. In sommige situaties is dat namelijk net zo erg als de criteria te snel verhogen. Wanneer je de hond te vaak beloont voor hetzelfde gedrag dan kun je moeilijkheden verwachten bij de volgende stap.

WELKE GEDRAGINGEN WORDEN BELOOND EN WELKE GEDRAGINGEN NIET?

2. Timing – welk gedrag ga je belonen?

Timing is van fundamenteel belang voor een succesvolle training met je hond. Je zegt Yes/Goedzo’ precies op dat moment waarop je hond het gedrag laat zien dat jij wilt zien. Wanneer je iets te lang wacht bestaat de kans dat je hond de beloning koppelt aan wat hij net voor of net na het gewenste gedrag heeft gedaan. Als je op het verkeerde moment Yes/Goedzo’ zegt dan beloon je eigenlijk altijd een ander gedrag dan je bedoeld had.

Valkuil tijdens het trainen van je hond
Maar er speelt meer bij timing dan alleen op het juiste moment ‘Yes’en’ en belonen. Een vaker voorkomend effect tijdens de hondentraining is dat mensen ‘zeuren’ om aandacht van de hond. Voorkom dat je voortdurend de aandacht van je hond moet trekken. Wat er namelijk gebeurt, is dat je aandacht schenkt aan gedrag dat je op dat moment juist niet wilt zien. Als je dit maar vaak genoeg doet gaat de hond na verloop van tijd vanzelf minder op je letten. Dit is de reden waarom het beter is om te wachten tot de hond uit zichzelf ervoor kiest om naar jou te kijken. Dat is ook moment om Yes/Goedzo’  te zeggen en te belonen. Na verloop van tijd wordt dit een positief spiraal. En op deze manier beloon je de hond voor het actief contact zoeken. Als je het moeilijk vind om je hond tijdens de training bij je in de buurt te houden dan komt dat vaak doordat je in een negatieve spiraal terecht bent gekomen. De hond loopt niet mee, jij zeurt of lokt en hierdoor beloon je (zonder het te weten) het niet meelopen van je hond. Je gaat nog meer lokken en zeuren enzovoort. En aangezien je hond tijdens het zeuren of lokken vaak naar jou kijkt (maar anders niet) word jij voor dit zeuren nog beloond ook! Je zeurt meer en meer en meer en je hond gaat steeds minder en minder reageren.

WAT DEED JE HOND TOEN HIJ ‘YES/GOEDZO’ HOORDE?

Afhankelijk van hulp
Tijdens les 1 is dit bij de oefening: sturen naar de plaats al aan bod gekomen. Bij veel  trainingstechnieken wordt gebruik gemaakt van een vorm van uitlokken of helpen. Zowel lokken met voer als gebruik maken van een handgebaar (handhulp) is een vorm van uitlokking/helpen. Het grote nadeel van lokken of helpen is dat de hond vaak passief wordt op het moment dat gedrag wordt uitgelokt. En dus ontkom je er niet aan om de hond te belonen voor passief zijn als je uitlokken onderdeel van je training maakt. Als je jouw hond van een zit-positie naar een lig-positie lokt dan beloon je de hond voor het passief wachten in de zit-positie – omdat je op dat moment het voer aan de hond laat zien. De beste manier om langdurige problemen met uitlokken te voorkomen is het uitlokken zo snel mogelijk te verminderen (of nog beter, helemaal niet te gebruiken). Het feit dat uitlokken de hond beloont voor passief blijven legt een basis voor een “verslaving aan hulp”.  Honden die niet zonder hulp kunnen zijn simpelweg teveel beloond voor het passief blijven. We zien verkeerd uitlokken om deze reden dan ook als timing probleem, simpelweg omdat het verkeerde gedrag beloond wordt.

ELKE VORM VAN UITLOKKING OF HULP WERKT ALS BELONING VOOR DATGENE DAT JOUW HOND
AAN HET DOEN WAS NET VOORDAT ER WERD GELOKT

 

3.Beloningssnelheid – hoelang moet je hond werken voordat hij zijn beloning ontvangt?

Hoe vaak beloon je de hond bij een oefensessie? Bij de ene oefening kies je ervoor om bijvoorbeeld iedere 5 seconden te belonen wanneer de hond het gewenste gedrag laat zien. Bij een oefening als wandelen met aandacht kun je ervoor kiezen om niet een bepaald interval (om de hoeveel seconde beloon je?) aan te houden maar om de hoeveel stappen (het aantal) te belonen. Dit noemen we ratio.

  • Je bent te langzaam als je hond de beloning niet koppelt aan het gedrag waarvoor je Yes/Goedzo’ hebt gezegd.
  • Je bent te snel als je hond in de war raakt van jouw bewegingen.

WAT IS HET INTERVAL/RATIO TUSSEN DE BELONINGEN?

Zoals je ziet kun je alle bovenstaande zaken zien. En dat geeft je meer informatie dan alle pogingen om de gedachten van je hond te lezen. Wij kunnen de gedachten van een hond niet veranderen maar we kunnen onze training wel aanpassen. En als we onze training aanpassen, veranderen we de dingen die we zien en hebben we eigenlijk alles onder controle.

 

4. Kwaliteit van de beloning – hoe gemotiveerd is jouw hond voor de beloning?

Dit is vaak de regelknop waar we als eerste naar kijken. Een goede beloning heeft de potentie om de training veel effectiever te maken. Een hond met een “beloningsverslaving” (gek op snoep, ballen, trekspeeltje etc.) is, in het algemeen, makkelijk te trainen. Kijk naar de kwaliteit van de beloning in combinatie met de beloningssnelheid. Hoe hoger de kwaliteit van de beloning, des te sneller kun je de beloningssnelheid verlagen zonder dat het gedrag uit elkaar valt.

Door het gebruik van beloningen van hoge kwaliteit, krijg je bij iedere herhaling een beter effect in je training. Beloningen die veel tijd kosten (als je bijvoorbeeld met je hond speelt in plaats van voerbeloningen te geven) kunnen leiden tot minder herhalingen. Zoek daarom de juiste beloning bij een bepaalde oefening. Een goede algemene regel is dat je in de beginstappen van de training veel aandacht geeft aan een hoge beloningssnelheid en deze pas later vermindert. Het is ook erg belangrijk dat je de kwaliteit van de beloning verhoogt als je moeilijkere oefeningen gaat doen waarbij je hond gedurende langere tijd moet werken. Hetzelfde geldt voor oefeningen die veel vragen in snelheid en intensiteit, of als je in een situatie traint waar veel dingen om aandacht van je hond vragen (bijvoorbeeld hierkomen in de buurt van andere honden). Voelt je training een beetje sloom aan, kijk dan altijd eerst naar de kwaliteit van de beloning.

Bedenk welke beloningen je gaat gebruiken bij welke oefeningen. Is een oefening moeilijk voor je hond, pas dan de kwaliteit van de beloning aan door een hogere kwaliteit beloning te gebruiken. Is de afleiding hoog, zorg dan ook voor een kwalitatief hogere beloning. Wat zijn ook alweer beloningen voor een hond? Kijk nog even terug in je documentatie van Basiscursus.

  • Voerbeloningen
  • Aandacht
  • Spel
  • Omgevingsbeloningen

VARIEER MET DEZE BELONINGEN!