Castratie
wel of niet?De keuze voor castratie is een persoonlijke keuze. Veel eigenaren vinden het gedrag van hun reu een belangrijke reden. Daarom is het goed om te weten dat alleen gedrag met een hormonaal component verandert door castratie. Denk bijvoorbeeld aan het weglopen van reuen als er loopse teven in de buurt zijn of markeergedrag. Vaak wordt castratie ook aangeraden als je een reu hebt die blaft, gromt of uitvalt naar onbekende honden. Maar meestal helpt castratie daar niet tegen!
Castratie reu
Bij het castreren van een reu worden de testikels (teelballen) weggehaald onder narcose. Bij reuen zijn gedragsprobleem vaak de belangrijkste reden om tot castratie over te gaan.
Tijdelijk castreren
Het is mogelijk om de effecten van de castratie na te bootsen aan de hand van een implantaat. Suprelorin is een implantaat en deze wordt ingebracht bij de hond. De productie van het hormoon testosteron wordt hiermee ongeveer 6 tot 12 maanden stilgelegd. Het is een veilige methode om te kijken hoe jouw hond op de chirurgische castratie zal reageren. Let op: na plaatsing van deze implantaat zie je eerst een verergering van gedrag.
Medische gevolgen van castratie
- Operatief onomkeerbaar (bij implantaat wel onomkeerbaar).
- Bij castratie van een jonge hond kan dit leiden tot onderontwikkeling van de geslachtsdelen.
- Bij castratie op jonge leeftijd kan dit leiden tot langere maar dunnere botten.
- Voorkomt prostaatvergroting
- Voorkomt voorhuidontsteking
- Voorkomt tumoren in zaadbal
- Voorkomt nakomelingen
- Honden kunnen rustiger worden door afname hyperseksueel gedrag.
- Kans op overgewicht i.v.m. verhoogde eetlust en/of verlaagde energiebehoefte.
- Kans dat de structuur van de vacht verandert. De ondervacht groeit als het ware door de boven vacht heen. De vacht glanst daardoor minder mooi.
- Een gecastreerde reu kan aantrekkelijk worden voor andere reuen.
- Gecastreerde reuen mogen niet deelnemen aan officiële tentoonstellingen.
Gedragingen die mogelijk worden beïnvloed door castratie
Zwerven
Bijvoorbeeld wanneer een loopse teef in de buurt is.
Uit onderzoek blijkt dat castratie veel effect heeft op het zwerfgedrag (vermindering van 90% na castratie). Het lijkt niet uit te maken op welke leeftijd de hond wordt gecastreerd of hoelang het gedrag heeft geduurd.
Bestijgen/rijden en hyperseksualiteit
Na castratie blijkt dat het bestijgen snel vermindert bij ongeveer een derde van de honden en geleidelijk verminderd bij nog eens een derde terwijl het overige derde deel geen gedragsveranderingen vertoont. Het rijden tegen mensen verandert vaker dan het rijden tegen andere honden. Het gedrag wordt vooral aangestuurd door testosteron en leereffecten spelen hierin geen rol. De leeftijd van de hond of de duur van het probleemgedrag is hierbij niet van invloed op het resultaat van castratie.
Markeren
Tijdens of na de puberteit beginnen reuen hun achterpoot op te tillen en herhaaldelijke rechtopstaande voorwerpen in hun omgeving te markeren. Geurprikkels van de urine van andere honden zijn kennelijk de belangrijkste prikkels bij het opwekken van markeren buitenhuis. Bij 50% van de gevallen is geen verandering in het gedrag van markeren. Het maakt niet uit op welke leeftijd de hond gecastreerd wordt of hoelang het gedrag geduurd heeft.
Agressief gedrag
Intacte reuen zijn verhoudingsgewijs veel betrokken bij agressief gedrag. Na castratie vermindert in 60% van de gevallen de agressie tussen reuen onderling. Uit onderzoek blijkt dat de helft van de dieren een snelle teruggang lieten zien. Territoriale agressie en angstagressie veranderen niet door castratie.
Effecten op overige gedragingen
Er zijn enige aanwijzingen dat reuen prettigere huisdieren kunnen zijn na castratie. Kalmer, meer genegenheid tonend en prettiger in omgeving met kinderen.
VERWACHT DUS GEEN WONDEREN VAN CASTRATIE REU!
Wanneer castreren?
Castratie wordt aangeraden als de hond is uitgegroeid. Dit verschilt per ras. Laat je adviseren door je dierenarts.
Honden die te vroeg worden gecastreerd:
* hebben een verhoogd risico van cadiale hemangiosarcoma (factor 1,6) oftewel: hart tumoren
* verdrievoudigd het risico op een langzaam werkende schildklier
* Verhoogd het risico op geriatrische congnitieve aandoeningen
* Verhoogd de kans op obesitas
* Verhoogd het risico op orthopedische aandoeningen vanwege mindere botdichtheid (HD, ED, problemen kruisband)
Castratie teef
Castratie bij de teef is het weghalen van de eierstokken/baarmoeder bij teven. Ook teven worden meestal gecastreerd en niet gesteriliseerd zoals dit in de volksmond wordt genoemd. Steriliseren is het afbinden of doorknippen van de eileiders en zaadleiders. Na het castreren zal de teef niet langer loops worden, na sterilisatie nog wel. Bij castreren verandert de hormoonhuishouding en bij steriliseren niet. Het komt weinig voor dat de baarmoeder ook wordt verwijderd tenzij die afwijkend is.
Laparoscopische castratie
Laparo (= buik) scopie ( = kijken) is een operatietechniek waarbij door zeer kleine toegangspoorten (sneetjes) van slechts 5 mm in de buik geopereerd wordt. Het wordt daarom ook wel een kijkoperatie genoemd.
Een laparoscopische castratie heeft meerdere voordelen:
- De ingreep is snel en veilig;
- Doordat er maar 3 hele kleine sneetjes gemaakt hoeven worden, heeft de hond minder pijn na de operatie;
- Minder kans op complicaties.
Medische gevolgen
- De ingreep is onomkeerbaar
- Niet meer loops worden
- Voorkomt schijndracht
- Voorkomt baarmoederontsteking
- Verlaagde kans op suikerziekte
- Verminderde kans op melkkliertumoren
- Kans op gewichtstoename door trager werkende schildklierfunctie
- Kans dat de structuur van de vacht verandert. De onder vacht groeit als het ware door de boven vacht heen. De vacht glanst daardoor minder mooi.
Gedragingen die mogelijk worden beïnvloed door castratie
- Teven worden meestal meer zelfverzekerd. Let op: een zelfverzekerde teef kan nog pittiger worden (inventariseer altijd het gedrag van je hond voordat ze gecastreerd wordt).
Wanneer castreren?
Teven die niet zijn gecastreerd hebben volgens onderzoek 7x grotere kans op melkkliertumoren. Ruim 50% van deze tumoren is kwaadaardig. Dit is te voorkomen door de hond ongeveer 100 dagen na de 1e loopsheid te laten castreren.