Wandelen

Hoe leer je je hond wandelen aan een slappe lijn? Als je gaat wandelen met je hond dan kun je je richten op:

1. wandelen aan een slappe lijn
2. wandelen zonder trekken

Je zou denken dat dit dezelfde oefeningen zijn en toch is er een groot verschil in toepassing en dat wat je hond daadwerkelijk leert.

Focus je op gedrag dat je wél wilt zien
Bij de eerste oefening focus je je op gedrag dat je wilt zien en dat levert je pup iets aangenaams op (voer, spel, aandacht of een omgevingsbeloning). Stuur als opvoeder vooral op gedrag dat je wel wilt. Vraag je steeds af: wat wil ik mijn hond leren en ben ik dat op deze manier aan het doen? Tijdens de les ga je aan de slag met de zogenaamde ‘wandeltest’. Je ontdekt wat je kunt inzetten om de aandacht van je hond te krijgen én vast te houden. Denk hierbij aan: babbelen tegen je hond, looptempo en andere beloningen inzetten zoals spel!

Het gaat hand in hand
Met wandelen aan een slappe lijn ga je in kleine stapjes werken naar het einddoel.  De oefening: wandelen zonder trekken is niet de snelste methode en heeft vaak alleen een kans van slagen als je deze combineert met de oefening: wandelen aan een slappe lijn.

 

Voorbereidende oefening wandelen aan een slappe lijn 

Bij de volgende oefening gaan we een voorbereidende oefening doen ter voorbereiding op het wandelen aan een slappe lijn ZONDER lokvoer.  Hiervoor is allereerst belangrijk dat je hond de “puppystapjes” kent. Kijk hiervoor nog even terug in de leeromgeving van de puppycursus bij het thema “wandelen”

Met de voorbereidende oefening kun je aan de slag met ht juist gebruik van de lijn (juiste lijnvoering), sociale ondersteuning en timing.

Stap 1 – mee wandelen

  1. Houd de lijn met beide handen vast.
  2. Ga voor je hond staan.
  3. Nodig je hond met je begeleidingshand uit om met je mee te wandelen (in z’n achteruit!). Direct als je hond mee loopt, houd je de lijn weer met beide handen vast. Zorg ervoor dat je rechtop loopt.
  4. Doe enkele stappen achteruit en als je hond enkele stappen meeloopt dan zeg je ‘Goedzo’. Terwijl je rustig doorloopt laat je de lijn die je vast hebt (de hand die het dichtst bij je hond zit) los en breng deze naar je andere hand. (check de trainingsvideo!)
  5. Met je lege hand die de lijn niet vast heeft pak je een voerbeloning uit je voerzakje. Heb je het voer te pakken dan stop je met lopen.
  6. Herhaal deze stap een aantal keren.

Springt je hond op tijdens het wandelen? Loop gewoon door en zeg niks. Is je hond weer laag en loopt hij een enkel stapje mee? Zeg dan ‘Goedzo’ en beloon.

Stap 2 – sociale ondersteuning inzetten 

Bij deze stap ga je sociale ondersteuning inzetten. Hierdoor kun je je beloning uitstellen en moet je hond dus iets meer doen voordat hij de beloning ontvangt.

  1. Houd de lijn met beide handen vast.
  2. Ga voor je hond staan.
  3. Nodig je hond met je begeleidingshand uit om met je mee te wandelen (in z’n achteruit!). Direct als je hond mee loopt, houd je de lijn weer met beide handen vast. Zorg ervoor dat je rechtop loopt.
  4. Als je hond mee wandelt dan ga je tegen je hond babbelen. Dit noemen we ook wel ‘sociale ondersteuning’. Het maakt niet uit wat je zegt als je maar aandacht schenkt aan gedrag dat je wilt zien (mee wandelen).
  5. Zeg op tijd ‘Goedzo’ en terwijl je weer rustig doorloopt ga je met je hand naar je voerzakje
  6. Herhaal deze stap een aantal keren.

Stap 3 – variëren met beloningen  

Bij deze stap ga je niet alleen voerbeloningen inzetten als beloning maar ga je variëren met spel zoals renspelletjes, zoekspelletje of trekspelletje.  Na je ‘Goedzo’ doe je samen en renspelletje of tover je je speeltje tevoorschijn en krijgt je hond een trekspelletje als cadeau. Op deze manier houd je je hond gemotiveerd om met jou bezig te zijn!

En nu….is het tijd om voorwaarts te wandelen. Zie video vanaf 1 minuut.

 

 

Naast

Deze oefening is heel handig wanneer je hond voor je zit of voor je staat en je wilt de hond links naast je hebben. Bij deze oefening maken we wel eventjes gebruik van een lokmiddel namelijk een beloning in je linkerhand.

Voorbereiding
Bepaal allereerst of je je hond links of rechts van je wilt laten wandelen. Dit is bepalend voor je lijnvoering en voerbeloningen.

Hieronder is de naast uitgelegd waarbij je je hond links van je positioneert. Wil je je hond rechts van je positioneren? Dan moet je even spiegelen.

Stap 1 – De hond ‘in positie’ brengen

1. Houd een aantal voerbeloningen in je linkerhand.
2. Ga voor je hond staan.
3. Zet je rechterbeen een stap achteruit en zak een beetje door je knieën.
4. Houd je linkerhand voor de neus van de hon. Beweeg nu langzaam je hand naar achteren en reik richting je rechterbeen. Maak een draai met je hand (alsof je de schoolslag doet).
5. Zeg: “GOEDZO” als je hond het bochtje maakt en beloon ter hoogte van je linkerbeen.
6. De volgende voerbeloning gooi je naar voren.
7. Herhaal stap 1 t/m 6.


Stap 2 – Invoegen commando ‘Naast’
Als de beweging goed gaat dan ben je eraan toe om een commando in te voegen. Dit doe je op het moment dat je hond de draai maakt. Volg de stappen zoals beschreven in stap 1.

 Stap 3 – zonder lokvoer in je handen
Ga opnieuw oefenen met stap 1 alleen nu heb je geen lokvoer meer in je handen. Zeg weer ‘Goedzo’ als je hond de draai maakt. Pak nu snel een voerbeloning en beloon ter hoogte van je linkerbeen. De  volgende voerbeloning gooi je weer naar voren.


 Stap 4 – Handbeweging afbouwen tot handgebaar

Je bent er nu aan toe om stapsgewijs je handbeweging te vervagen tot een subtiel handgebaar  waarbij je niet meer door je knieën hoeft. Haal ook langzaam aan het commando naar voren. Zeg  ‘naast’ net voordat je hond de draai maakt.

 

Naast en zitten

Stap 4 – Naast + zitten

1. Houd een voertje in je linkerhand.
2. Laat je hond voor je zitten of voor je staan.
3. Zet je rechterbeen een stap achteruit en zak een beetje door je knieën.
4.Houd je linkerhand voor de neus van de hond en maak de bocht van buiten naar binnen en reik zover mogelijk naar achteren (naar je rechterbeen).
5. Breng nu je linkerhand omhoog met je handpalm naar boven. Zeg “GOEDZO” wanneer je hond gaat zitten en beloon met iets lekkers.

Gaat jouw hond scheef naast je zitten? Maak dan in de aanleerfase gebruik van een muur!

Extra informatie
Overschaduwen

Overschaduwen

Wat heeft je hond nu geleerd? Heeft hij geleerd om op het gesproken signaal naast je te komen of toch op het handgebaar?

Tijdens het trainen van honden zal je erachter komen dat de ene prikkel een betere voorspellende waarde heeft dan de andere. Zo is een handgebaar voor de hond altijd opvallender dan het stemcommando. Wanneer je de hond nieuw gedrag aanleert en je gebruikt daarbij verschillende aanwijzingen zoals de manier waarop je staat, een handgebaar en een gesproken signaal, dan zal de hond waarschijnlijk onder controle staan van één of misschien twee van deze aanwijzingen.

 Als je wilt dat je hond op één bepaalde aanwijzing reageert vervaag dan geleidelijk alle andere aanwijzingen (gesproken signaal of handgebaar) . Als je zomaar uit het niets één element uit het totale pakket van aanwijzingen weghaalt dan kan je niet van je hond verwachten dat hij correct reageert. En als hij dat niet doet, verwijt hem dan niet dat hij eigenzinnig is (hier komt het antropoformisme weer om de hoek kijken). Het gedrag is gewoon niet onder controle van die ene aanwijzing die je gebruikt.  

Wanneer je hond heeft geleerd om netjes te gaan zitten op je handgebaar en je voegt daarna een gesproken signaal in (“Zit”) dan zal hij dit gesproken signaal niet leren als je deze na je handgebaar geeft. Beter is het om de situatie zo te maken dat je hond nieuwe informatie krijgt. Als het gesproken signaal betekenis voor je hond heeft, zal hij het waarnemen er ervan leren. Dit bereik je door het gesproken signaal voor het al geleerde signaal (het handgebaar) te geven. Wanneer je dit consequent volhoud dan zal je hond leren dat het gesproken signaal “Zit” aankondigt dat het handgebaar voor “Zit” eraan komt. Als je hond dit doorheeft dan zal hij alvast reageren op het gesproken signaal in afwachting van het handgebaar dit is weer klassieke conditionering). Vervolgens kan je het handgebaar stap voor stap vervagen.

 Wil je het handgebaar voor de oefening Naast vervagen, geef dan eerst het gesproken signaal ‘Naast’ en vervolgens het handgebaar. Vervaag stapje voor stapje je handgebaar.  

 

Het terugkeren in de “bubbel” 

Eerder heb je geoefend met het wandelen aan een slappe lijn. Hierbij heb je je gefocust op gedrag dat je wél wilt zien en dan is meelopen aan een ontspannen lijn. We hebben de stapjes zodanig opgeknipt dat je snel succes hebt. Toch kan het in de dagelijkse praktijk voorkomen dat je hond ineens voor je uit trekt bij het zien van een andere hond, een kat, een bekende etc. Hoe ga je hier dan mee om? Tijdens de les heb je een aantal handvatten gekregen zodat je in de meeste situaties op een juiste wijze kunt handelen.

De volgende oefening is geen quick fix in je hond niet meer leren trekken. Wel valt deze oefening binnen het spectrum van: leren beheersen, niet zomaar zonder nadenken ergens op afstormen en als de hond toch een foutje maakt dat hij snel leert dat hij bij spanning op de lijn een andere keuze moet maken. Oefen onderstaande oefening daarom met voer maar ook is met een speeltje en vervolgens een andere afleiding. Hierdoor leert je hond dat deze spelregel onder alle omstandigheden gelden.

Stappenplan

  1. Doe je hond aan de lijn en houd de lijn met 2 handen vast. Een aan het handvat en de andere hand halverwege de lijn.
  2. Laat een ‘helper’ de hond verleiden door op afstand een voerbeloning in een bakje te leggen. Voorkom dat je hond erbij kan door de lijn kort genoeg te houden (begrenzen met 2 handen).
  3. Trekt je hond naar de verleiding doe dan zeg je niks en je trekt niet aan de lijn. Blijf rechtop staan. Het enige dat je doet is je hond begrenzen door te voorkomen dat je hond bij het lekkers kan. Heb geduld en geef je hond de tijd om zelf na te denken. 
  4. Als je hond de keuze maakt om naar jou te kijken moedig dit dan aan met behulp van je sociale ondersteuning (babbelen!). Let op: zeg nog geen Goedzo want je hond heeft immers nog niks gepresteerd, Hij heeft enkel zijn fout hersteld. Zeg bijvoorbeeld: “jaaaa!” nodig je hond uit mee te komen, doe een aantal stappen achteruit en op afstand zeg je ” Goedzo” en beloon je. 
  5. Herhaal de oefening.
  6. Heel af en toe mag je ook is oefenen waarbij je na het gewenste gedrag (hond keert weer terug in jouw “bubbel”) je hond toestemming geeft om naar de verleiding of afleiding toe te gaan. Geef dit duidelijk aan met een “toe maar”. Doe dit niet te vaak want dan kan het zijn dat je hond leert dat hij na het terugkeren in de “bubbel” direct naar de verleiding mag. 
  7. Herhaal deze oefening een aantal keren. Varieer door de ene keer te belonen uit je hand, de andere keer afstand te nemen van de verleiding door aandacht te schenken aan je hond en op afstand te belonen en weer een andere keer toestemming te geven. 

Belangrijk om te weten
* Gaat je hond zitten of liggen? Neem hier geen genoegen mee. We noemen dit ook wel: staken van de hond. Houd de lijndruk aan ofwel: zorg ervoor dat er spanning op de lijn blijft staan. Het is immers geen oefening: ontspannen kijken naar de prikkel. Het gaat erom dat je hond in contact met jou blijft. 
* Zeg niet elke keer direct “Goedzo” want je wilt in de dagelijkse praktijk voorkomen dat je hond na het aannemen van het lekkers direct weer terugtrekt naar de verleiding. In dat geval zet je je sociale ondersteuning in (hond aanmoedigen) terwijl je achteruit loopt. Op afstand van de verleiding ga je belonen. 

 

 

Consequentieplan

Met bovenstaande oefening heb je je hond geleerd meer zelf na te denken. Bij de volgende oefening leren we de hond dat als hij niet binnen een bepaald tijdsbestek reageert (de juiste keuze maakt) dat er een consequentie volgt.

De technieken die je aangereikt hebt gekregen zijn trapsgewijs opgebouwd. Daarmee bedoelen we dat je pas de volgende stap neemt als de voorgaande niet werkt.

Plan A – 5/10 seconden regel
Geef je hond 5-10 seconden de tijd om zichzelf te ‘corrigeren’.  Hiermee bedoelen we: spanning van de lijn te halen en contact met jou te maken of een andere kant op te gaan.

Plan B – positief attentiesignaal
Reageert je hond na 5 seconden niet uit zichzelf, dan mag je maximaal 2x je hond attenderen met behulp van het attentiesignaal.

Plan C – hup-hup
Reageert je hond ook niet op het attentiesignaal? Dan wordt het tijd om stelling in te nemen. Je begrenst je hond. Hiermee bedoelen we dat je je ruimte niet meer lijnlengte geeft dan je al had gegeven. Zorg ervoor dat je hond niet alsnog succes krijgt met het trekken. Je kunt wachten totdat je hond zelf de juiste keuze maakt. Ook kun je ervoor kiezen om plan C in te zetten. Je zegt ‘hup hup’ en vervolgens neem je je hond mee (weg van de prikkel). De hup-hup wordt hiermee een voorspeller van: ik ga je nu echt meenemen.

Houd vol!
Soms kun je maar één stap doen voordat het trekgedrag terugkeert. Het is nu eenmaal erg hardnekkig. Houd vol en wees overtuigd van wat je doet. Dit voorkomt frustratie.

 

Rechtsom keren

Tijdens het wandelen is het handig als je je hond op een hondvriendelijke wijze en zonder in te werken op de lijn (spanning op de lijn te zetten) kan begeleiden als je een bocht maakt. Hiervoor oefenen we met de rechtsomkeert en de linksomkeer.

1. Start met wandelen aan een slappe lijn
2. Trek de aandacht van je hond d.m.v. het positief attentiesignaal en start direct met wandelen. Let op je sociale ondersteuning en looptempo.
3.Maakt de hond tijdens het wandelen oogcontact met je en is de lijn ontspannen dan stimuleer je dit gedrag uitvoerig door je sociale ondersteuning in te zetten (babbelen tegen je hond. Kijk altijd terug naar je hond. Laat merken dat je het oogcontact gezien hebt. Op deze manier stimuleer je het contact tussen jou en je hond tijdens de wandeling.
4. Wanneer je bijna bij de pion bent, breng je je linkerhand naar beneden en gaat je hand naar buiten. Het kan zijn dat je hond je hand aanraakt. Dat is niet erg. Begeleid je hond met je linkerhand terwijl je rechtsom keert. Rechtsom keren = hand naar beneden en naar buiten.
5. Begeleid je hond door de bocht en beloon nadat je de rechtsom keer hebt gemaakt.

     

 

Linksom keren

1. Start met wandelen aan een slappe lijn.
2. Trek de aandacht van je hond d.m.v. het positief attentiesignaal en start direct met wandelen. Let op je sociale ondersteuning en looptempo.
3.Maakt de hond tijdens het wandelen oogcontact met je en is de lijn ontspannen dan stimuleer je dit gedrag uitvoerig door je sociale ondersteuning in te zetten (babbelen tegen je hond. Kijk altijd terug naar je hond. Laat merken dat je het oogcontact gezien hebt. Op deze manier stimuleer je het contact tussen jou en je hond tijdens de wandeling.
4. Wanneer je bijna bij de pion bent, breng je je linkerhand naar beneden en deze houd je als het ware tegen je linkerbeen aangeplakt. Het kan zijn dat je hond je hand aanraakt. Dat is niet erg. Begeleid je hond met je linkerhand terwijl je rechtsom keert. Linksom keren = hand naar beneden en tegen je been aan geplakt.
5. Begeleid je hond door de bocht en beloon nadat je de linksom keer hebt gemaakt.

   

 

Halthouden

Bij het halthouden leer je hond om tijdens het wandelen op jouw teken rustig naast je te gaan zitten waarbij de “neuzen” dezelfde kant op staan. Dit is een handige oefneing wanneer je moeten stoppen bij een weg of bij een verkeerslicht.

Hieronder is de naast uitgelegd waarbij je je hond links van je positioneert. Wil je je hond rechts  van je positioneren? Dan moet je even spiegelen

1. Start met de oefening: wandelen aan een slappe lijn.
2.Trek de aandacht van je hond d.m.v. het positief attentiesignaal en begin met lopen. Maak gebruik van je sociale ondersteuning om je hond te coachen mee te blijven wandelen aan een ontspannen lijn.
3.Om je hond duidelijk te maken dat hij moet stoppen en zitten, breng je eerst je linkerhand naar beneden voor de neus van de hond. Doe nog enkele stappen.
4.Stop nu met lopen. Breng vervolgens je linkerhand omhoog (met je handpalm omhoog) en zeg: ‘Zit’
5. Gaat je hond netjes naast je zitten dan zeg je ‘Goedzo’ en beloon in positie.

 

 


Variatie: wandelen, halthouden en ready, steady, GO!!!

We gaan steeds meer aan elkaar rijgen! Dit keer: wandelen, halthouden en vervolgens zeg je op een spannende toon: ready….steady….en bij de Go rende je samen met je hond naar de wasbak waar je iets lekkers in gooit. De kunst is dat je hond blijft zitten ondanks dat jij op spannend toon: ‘ready….steady…’ zegt. Op deze manier krijg je een betrouwbare zit, focus van je hond, concentratie, beheersing en samen rennen naar de beloning!

 

 

 

 

Wandelen, attenderen en bij je roepen

Het wandelen aan een slappe lijn wordt voor de hond (en daarmee ook voor jou) leuker als je er regelmatig een ’twist’ aangeeft. Als je altijd hetzelfde doet dan wordt dit op een gegeven moment saai. We hebben daarom een leuke twist gegeven aan het wandelen aan een slappe lijn. Om je hond alert te houden kun je uitgebreid belonen voor het hierkomen!  Hierdoor wordt het een wandeling interessanter want er valt een hoop te verdienen bij de baas.
 
1. Houd de lijn met beide handen vast.
2. Ga naast je hond staan zodat hij/zij links van je staat.
3. Nodig je hond met je linkerhand (begeleidingshand) uit om met je mee te wandelen. Direct als je  hond mee loopt, houd je de lijn weer met beide handen vast. Zorg ervoor dat je rechtop loopt.
4. Als je hond mee wandelt dan ga je tegen je hond babbelen. Dit noemen we ook wel ‘sociale  ondersteuning’. Het maakt niet uit wat je zegt als je maar aandacht schenkt aan gedrag dat je wilt  zien (mee wandelen).
5. Maak nu is je attentiesignaal. Het mooiste moment om je attentiesignaal te maken is als hij heel even wegkijkt of als je merkt dat hij naar voren wil.
6. Kijkt je hond naar jou als je hem attendeert? Zeg: “JAAAA!!!” tegelijkertijd dribbel je achteruit.
7. Zeg ‘Hieeeer’ als je hond naar je toekomt.
8. Zeg ‘Goedzo’ als je hond bij je is. Pak iets lekkers uit je voertasje en beloon.
9. Breng je hond weer in positie en start weer met wandelen.